Vergeef ons onze schulden, zoals wij onze schuldenaars vergeven - 7/10
Schuld en vergeving
Deze bede geeft woorden aan wat we vaak zo moeilijk onder ogen kunnen zien. Jezus gaf het Onze vader ook voor de momenten dat we zelf de woorden niet zo goed kunnen vinden.
Bijbeltekst(en)
Matteüs 6
In heel wat kerken en christelijke groepen wordt er over schuld niet meer gesproken. Schuld is een woord uit het verleden. Toen oma ‘per ongeluk’ zwanger werd voordat ze getrouwd was, moest ze schuld belijden voor de kerk – een grote vernedering. Het heeft heel wat mensen de kerk uit gejaagd. En daar komt bij dat we ook moeite hebben met collectieve schuld. Denk maar aan het moeizame proces rond excuses voor het slavernijverleden. Terwijl het heel Bijbels zou zijn om in zulke gevallen juist wél de collectieve verantwoordelijkheid te benoemen.
Ondanks onze moeite wordt het woord ‘schuld’ in de meeste kerken wekelijks gebruikt, namelijk in het Onzevader. Vergeef ons onze schulden. Iedereen die meebidt, vraagt hardop om vergeving voor zijn of haar schulden. Het gebed gaat er vanuit dat iedereen dat nodig heeft. Het gaat in het gebed over schuld én vergeving. En dat gebeurt op een bijzondere manier. In het eerste deel van de regel vraag je als bidder aan God of Hij je schulden wilt vergeven. Maar in het tweede deel van de regel ben je zelf degene die een ander vergeeft.
Als we deze gebedsregel bewust uitspreken, denken we over het algemeen aan schuldig zijn tegenover God. En dat is ongetwijfeld ook bedoeld. Maar laten we niet te snel gaan. Het Griekse woord dat hier gebruikt wordt voor ‘schuld’ (ofeilêma) betekent gewoonlijk ‘financiële schuld’. Je zou de gebedsregel dus ook kunnen vertalen als ‘scheld ons onze schulden kwijt’. Zo concreet is dus het beeld dat in het Onzevader gebruikt wordt om onze verhouding met God weer te geven. Zonder Gods vergeving, zonder kwijtschelding van onze schulden, kunnen we eigenlijk niet doorleven. Gods vergeving is voor ons net zo nodig als het dagelijks brood.
In het Nieuwe Testament wordt een duidelijke link gelegd tussen Jezus’ komst naar de aarde, zijn dood aan het kruis, en het overwinnen van de kwade machten. Naar aanleiding van zulke teksten zou je gemakkelijk kunnen denken: als je maar in Jezus Christus gelooft, zijn je zonden vergeven. Even bidden, en klaar ben ik. Maar dan doe je het Nieuwe Testament geen recht. Met het bidden van de woorden ‘vergeef ons onze schulden’ laat je merken dat je weet dat je niet altijd leeft zoals God het bedoeld heeft. We leven nog in de tijd voor Gods nieuwe wereld definitief aanbreekt, we hebben Hem nodig om verder te kunnen – juist ook nu we door Jezus Christus perspectief gekregen hebben.
En zoals eerder gezegd, de gebedsregel houdt hier niet op! Het ene moment staan wij als verantwoordelijke mens tegenover God, het volgende moment staat een ander mens tegenover ons als schuldige. En wat doen wij dan?
Misschien is deze regel wel de moeilijkste van het hele Onzevader. Er wordt echt iets van ons gevraagd: inzicht in ons eigen falen, en een groot hart richting andere mensen. Kunnen we dat eigenlijk wel? Aan de andere kant: is er niet elke dag wel een moment waarop je je schuldig voelt – als persoon, als lid van een groep? Jezus gaf het Onzevader juist ook voor de momenten dat we de woorden zelf niet zo goed kunnen vinden. Juist ook deze gebedsregel geeft woorden aan wat we vaak zo moeilijk onder ogen kunnen zien, zeker in deze tijd.
Vraag je God wel eens om vergeving? En hoe doe je dat dan? En: heb je wel eens heel bewust iemand vergeven die jou onrecht had aangedaan?