Psalm 121:2
Mijn hulp komt van de heerdie hemel en aarde gemaakt heeft.
Bijbeltekst(en)
Psalmen 121
Eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming keert de moderne pelgrim vaak per trein of vliegtuig terug naar huis. Voor de pelgrim van weleer was dat geen optie. Hij of zij kende niet alleen de ontberingen van de heenweg, maar ook de terugweg was er niet van gevrijwaard.
Psalm 121, een van de vijftien pelgrimsliederen uit het boek Psalmen, zou wel eens uit de traditie van een terugkeerritueel kunnen stammen. De psalm kent een soort beurtspraak in de eerste verzen. Ook al vormen de woorden een gestileerde tekst, je kunt je er iets bij voorstellen. De naar huis kerende pelgrim staat aan de poort van het heiligdom dat hij bezocht heeft. Bezorgd kijkt hij naar de bergen die Jeruzalem omgeven. Hij heeft het gehaald op de heenweg, maar zal het na zijn feestelijk verblijf terug naar huis ook weer goed gaan? ‘Ik sla mijn ogen op naar de bergen, van waar komt mijn hulp?’, zegt hij (vers 1). En een priester antwoordt hem: ‘Mijn hulp komt van de heer.’
De priester zegt dus niet: ‘De Heer zal je onderweg wel helpen’, maar hij houdt het bij zichzelf. Hij wijst op zijn eigen vertrouwen als een voorbeeld voor de vertrekkende pelgrim. Het is zijn persoonlijke getuigenis. ‘Mijn hulp komt van de heer…’
En daar voegt hij nog iets aan toe: ‘… die hemel en aarde gemaakt heeft.’ Dat doet hij natuurlijk niet als een mededeling aan de pelgrim om het ontstaan van de wereld te verklaren. Het is een uitspraak van vertrouwen: als alles uit Gods hand voortkomt, als hemel en aarde het werk zijn van zijn handen, dan is er niets wat buiten hem om gaat. Je kunt het vergelijken met de Amerikaanse spiritual waarin het vertrouwen van de onzekere mens op de Eeuwige zo wordt verwoord: He’s got the whole world in his hands. De hele wereld is in Gods handen. Ook het leven van de pelgrim die weer naar huis gaat. Hij kan met vertrouwen op weg gaan, terug naar huis.
Rienk Lanooy
Predikant van de Kloosterkerk, Den Haag