Eeuwige rust - Hebreeën 4:1-11
Bijbeltekst(en)
Hebreeën 4
Na de bevrijding uit slavernij kwam het volk van God na een lange reis door de woestijn eindelijk aan bij het beloofde land. De schrijver van de brief aan de Hebreeën ziet het als een voorbode van het moment waarop de gelovigen na een lange reis op aarde uiteindelijk aankomen in het beloofde land bij God. Daar gaan de gelovigen de eeuwige rust binnen.
De schrijver zegt dat dit land van rust al bestaat sinds het begin van de wereld, omdat God uitrustte na de scheppingsweek (vers 4). Als voorproefje van die eeuwige rust gaf God allereerst een wekelijkse rustdag. Het volk wordt er steeds aan herinnerd deze rustdag in ere te houden. De traditie van een rustdag is ook voor christenen belangrijk. Het herinnert ons eraan dat we die rust binnen kunnen gaan door het lijden en de opstanding van Jezus Christus. In veel kerken wordt daarom op zondag de paaskaars aangestoken. Het is een beeld van hoop: vieren we nu nog elke week de zondag, straks zal het voor altijd Pasen zijn!
Bovendien stelde God eens per jaar een sabbatsjaar in, waarin mensen, dieren en akkers tot rust konden komen. En aan het eind van de tijd volgt er een eeuwige sabbatsrust, waarin de hele schepping tot rust komt en gelovigen voor altijd in Gods aanwezigheid mogen wonen.
Wat is jouw beeld van de hemel? Hoe stel jij je die eeuwige rust voor?