Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Dagvers | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Ieder het zijne - Marcus 12:13-27

Bijbeltekst(en)

Marcus 12

Confrontatie met farizeeën, herodianen en sadduceeën

13Ze stuurden enkele farizeeën en herodianen naar Hem toe om Hem een ongeoorloofde uitspraak te ontlokken. 14Toen ze bij Hem gekomen waren, zeiden ze tegen Hem: ‘Meester, we weten dat U oprecht bent en dat U zich niets aantrekt van het oordeel van anderen. U ziet niemand naar de ogen, maar geeft in alle oprechtheid onderricht over de weg van God. Is het toegestaan belasting te betalen aan de keizer of niet? Moeten we betalen of niet?’ 15Maar omdat Hij hun huichelarij doorzag, antwoordde Hij: ‘Waarom stelt u Me op de proef? Laat Me eens een denarie zien.’ 16Ze gaven Hem een munt en Hij vroeg hun: ‘Van wie is dit een afbeelding en van wie is het opschrift?’ ‘Van de keizer,’ antwoordden ze. 17Toen zei Jezus tegen hen: ‘Geef wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’ En ze waren met stomheid geslagen.

18Ook kwamen er enkele sadduceeën naar Hem toe – sadduceeën beweren dat er geen opstanding uit de dood is – en ze vroegen Hem: 19‘Meester, Mozes heeft ons het volgende voorgeschreven: “Als iemand sterft en een vrouw achterlaat, maar geen kinderen, moet zijn broer die vrouw bij zich nemen en nakomelingen verwekken voor zijn broer.” 20Er waren eens zeven broers. De eerste nam een vrouw en stierf zonder nakomelingen; 21de tweede nam haar tot vrouw, maar stierf ook zonder nakomelingen; en met de derde ging het net zo. 22Geen van de zeven kreeg nakomelingen. Het laatst van allen stierf de vrouw. 23Wiens vrouw zal ze dan zijn bij de opstanding, wanneer ze opstaan uit de dood? Alle zeven zijn ze immers met haar getrouwd geweest.’ 24Jezus antwoordde: ‘Dwaalt u niet? U kent de Schriften niet en de macht van God evenmin. 25Want wanneer de mensen uit de dood opstaan, trouwen ze niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, maar zijn ze als engelen in de hemel. 26Wat betreft de opwekking van de doden, hebt u in het boek van Mozes in het gedeelte over de doornstruik niet gelezen dat God tegen hem zei: “Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob”? 27Hij is geen God van doden, maar van levenden; u dwaalt vreselijk!’

Marcus 12:13-27NBV21Open in de Bijbel

Jezus praat met verschillende groepen Joden, zoals de farizeeën en de sadduceeën. Ze hebben hun eigen opvattingen over het geloof en de Joodse wet en eigen ideeën over godsdienst en politiek. Belangrijker dan de verschillen is wat Jezus antwoordt: geef aan de machthebbers van deze wereld wat van hen is, en geef aan God wat van God is. Geloof in God als een God van levende mensen, ook na de dood. En het allerbelangrijkste: houd van God én van de mensen om je heen evenveel als van jezelf.

Welke van deze drie antwoorden van Jezus brengt voor jou Gods nieuwe wereld het meest dichtbij?

Luister naar deze overdenking

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.23.1
Volg ons