Geroepen Mozes - Exodus 3:1-15
Bijbeltekst(en)
Exodus 3
De Hebreeuwse naam Mozes betekent: uit het water trekken. Mozes is dankzij de slimheid en moed van zijn zus en moeder door de dochter van de farao gered van de dood. Hij wordt opgevoed als een Egyptische prins. Maar als hij ontdekt wie hij is (een Hebreeër, behorend tot dat onderdrukte volk!) neemt hij het heft in eigen handen.
Tijdens een wandeling ziet hij hoe slecht een Hebreeër door een Egyptenaar wordt behandeld, en uit woede slaat hij de Egyptenaar dood. Wanneer dat bekend wordt, vlucht hij naar de woestijn. Daar roept God hem vele jaren later. Als eerste mens krijgt hij Gods eigen naam te horen: JHWH, wat zoveel betekent als ‘Ik ben die ik ben’ of ‘Ik zal er zijn’. Hij krijgt de opdracht met de hulp van de God die bij hem zal zijn het nageslacht van Abraham te bevrijden en te leiden. Mozes twijfelt aan zijn eigen vaardigheden, maar gaat toch naar de farao en verzoekt hem het volk vrij te laten. Na tien verschrikkelijke plagen laat farao het volk uiteindelijk gaan.
Tijdens de reis op weg naar het beloofde land, dwars door de woestijn, leert Mozes het volk de wetten van God. Deze taak vraagt doorzettingsvermogen, geduld, en moed.
Ontdek meer over Mozes
God ziet potentieel in de bevoorrechtte prins, die ook een moordenaar is. Wat zou er gebeuren als je zo, met Gods ogen, naar mensen zou kijken? Hoe zou God naar jou kijken?