Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

3 april - Jeremia 33:19-26

Bijbeltekst(en)

Jeremia 33

19De HEER richtte zich tot Jeremia: 20‘Dit zegt de HEER: Als mijn verbond met de dag en de nacht kon worden tenietgedaan, zodat de dag en de nacht niet meer op tijd zouden aanbreken, 21dan zou ook mijn verbond met mijn dienaar David kunnen worden tenietgedaan. Dan zou er geen nakomeling van David op zijn troon zitten. Dan zou ook mijn verbond met mijn dienaren de Levitische priesters kunnen worden verbroken. 22Zoals de sterren aan de hemel en het zand bij de zee niet te meten en niet te tellen zijn, zo ontelbaar veel nakomelingen zal Ik aan mijn dienaar David geven en aan de Levieten die Mij dienen.’

23De HEER richtte zich tot Jeremia: 24‘Heb je gehoord wat de mensen zeggen? “De HEER heeft de twee volken die Hij had uitgekozen, verworpen.” Ze schrijven mijn volk af en zien het niet langer als een volk. 25Maar dit zegt de HEER: Ik heb een verbond met de dag en de nacht gesloten en de hemel en de aarde aan vaste wetten onderworpen. 26Zomin als Ik die zal verwerpen, zal Ik het nageslacht van Jakob en van mijn dienaar David verwerpen. Ik zal altijd een van zijn nakomelingen laten heersen over het nageslacht van Abraham, Isaak en Jakob. Ik zal hun lot ten goede keren en mij over hen ontfermen.’

Jeremia 33:19-26NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons