Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

12 januari - Romeinen 13:1-10

Bijbeltekst(en)

Romeinen 13

1Iedereen moet de autoriteit van het bevoegd gezag erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld. 2Wie zich tegen dit gezag verzet, verzet zich dus tegen de orde die God heeft bepaald, en wie dat doet roept zijn veroordeling over zich af. 3Wie doet wat goed is heeft van de gezagsdragers niets te vrezen, alleen wie doet wat slecht is. U wilt niets van de overheid te vrezen hebben? Doe dan wat goed is en ze zal u prijzen, 4want ze staat in dienst van God en is er voor uw welzijn. Maar wanneer u doet wat slecht is, kunt u haar beter vrezen: ze voert het zwaard niet voor niets, want als dienares van God geeft ze ieder die het slechte doet de straf die hij verdient. 5U moet haar gezag dus erkennen, en niet alleen uit angst voor straf, maar ook omwille van uw geweten. 6Daarom betaalt u ook belasting en staat wie belasting int in dienst van God. 7Geef iedereen wat hem toekomt: belasting aan wie u belasting verschuldigd bent, accijns aan wie u accijns verschuldigd bent, ontzag aan wie ontzag toekomt, eerbied aan wie eerbied toekomt.

8Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. 9Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ 10Liefde berokkent de naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de liefde.

Romeinen 13:1-10NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons