Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

9/12 - Wees niet bang

Bijbeltekst(en)

Jesaja 41

10Wees niet bang, want Ik ben bij je,

vrees niet, want Ik ben je God.

Ik zal je sterken, Ik zal je helpen,

je steunen met mijn bevrijdende rechterhand.

11Allen die zich fel tegen je keerden

zullen gehoond worden en te schande staan.

Zij die jou bestreden

worden minder dan niets en gaan te gronde.

12Zij die jou onderdrukten

zijn onvindbaar, je zoekt ze vergeefs.

De vijanden die jou bevochten

zullen verdwijnen in het niets.

13Want Ik ben de HEER, je God,

Ik neem je bij je rechterhand en zeg je:

Wees niet bang, Ik zal je helpen.

14Wees niet bang, kleine Jakob,

arm volk van Israël,

Ik zal je helpen – spreekt de HEER –,

de Heilige van Israël is je bevrijder.

Jesaja 41:10-14NBV21Open in de Bijbel

Lucas 1

30Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken.

Lucas 1:30NBV21Open in de Bijbel

‘Wees niet bang’, met die woorden stelde Gabriël Maria gerust in het verhaal van gisteren. De verschijning van een engel gaat in de Bijbel vaak gepaard met angst: Wat gaat er gebeuren? Overleef ik deze goddelijke verschijning wel? Bij Zacharias en Maria komt de engel met goed nieuws. Daarom zegt hij dat ze niet bang hoeven te zijn. Pas daarna vertelt hij waar hij voor komt.

‘Wees niet bang’ zijn woorden die we ook op andere plekken in de Bijbel tegenkomen. In Jesaja 41 horen we hoe God deze woorden gebruikt om te zeggen dat hij bij het volk Israël zal zijn. Ook al is het zwaar voor de Israëlieten tijdens de ballingschap, God vergeet hen niet. Hij is nog steeds hun God en hij zal hen beschermen met zijn rechterhand. Ze hoeven dus niet bang te zijn – niet omdat ze zelf ineens wonderbaarlijke kracht hebben, maar omdat ze, als een klein kind, de hand mogen vasthouden van iemand die sterker is dan zij.

Zijn er momenten dat jij behoefte hebt aan iemand die zegt: ‘Wees niet bang’? Zo ja, wanneer?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons