1Dan zullen zeven vrouwen vechten om één man. Ze zullen tegen hem zeggen: ‘We kunnen zelf wel voor ons eten en voor onze kleren zorgen. Maar trouw met ons. Dan zijn we niet alleen en hoeven we ons niet te schamen.’
De Heer maakt Jeruzalem weer nieuw
2Maar er komt een dag waarop alles er weer prachtig uitziet. Daar zal de Heer voor zorgen. Iedere Israëliet die dan nog leeft, zal trots zijn op zijn land en op alles wat op de akkers groeit. 3Alle mensen die nog in Jeruzalem wonen, zullen bij God horen. Hun namen staan opgeschreven in Gods boek, het boek van het leven.
4De Heer zal Jeruzalem weer schoonmaken. Hij zal al het kwaad uit de stad verwijderen. Er zal geen geweld meer zijn. De Heer zal zorgen dat alles weer schoon en goed is, en dat er weer eerlijke rechters zijn.
5-6De Heer zal de berg Sion beschermen en ook alle mensen die op de berg bij elkaar komen. De Heer is daar steeds aanwezig. Overdag in een grote wolk en ’s nachts in een vuur dat licht geeft, met rook en vlammen. Hij zal de inwoners van Jeruzalem steeds beschermen. Net zoals een dak je steeds beschermt tegen de hete zon, en tegen regen en storm.