Nog andere regels van God
1Nu ga ik jullie vertellen aan welke wetten en regels jullie je moeten houden. De Heer, jullie God, heeft gezegd dat ik die aan jullie moet leren. Straks wonen jullie in het land aan de overkant van de Jordaan. Dan moeten jullie je aan alle regels houden.
2Houd je aan de regels die ik jullie geef. Zo laat je zien dat je eerbied hebt voor de Heer, jullie God. En dan zullen jullie gelukkig zijn, je hele leven lang. Dat geldt niet alleen voor jullie, maar ook voor jullie kinderen en kleinkinderen.
3Luister dus goed, Israëlieten, en houd je aan Gods regels. Dan zullen jullie gelukkig zijn in het land dat de Heer, jullie God, aan jullie beloofd heeft. Het land waar iedereen altijd meer dan genoeg te eten en te drinken heeft. En dan zullen jullie een groot volk worden.’
Alleen de Heer is God
Israël moet de Heer liefhebben
4Mozes zei verder: ‘Volk van Israël, luister goed. De Heer, onze God, is de enige God! 5Houd van hem met je hele hart, met je hele ziel, en met al je kracht.
Vergeet de regels van de Heer nooit
6Vandaag zal ik jullie de regels van de Heer geven. Onthoud ze goed, vergeet ze niet! 7Zorg ervoor dat jullie kinderen ze goed leren. Blijf ze herhalen, thuis en onderweg, als je naar bed gaat en als je weer opstaat.
8Schrijf de regels op en bewaar ze goed. Schrijf ze op een band die je om je arm doet. En schrijf ze op een band die je om je voorhoofd draagt. 9Schrijf de regels ook op de deurposten van je huis, en op de poorten van de stad.
Het volk zal een goed leven hebben
10-11De Heer, jullie God, brengt jullie straks naar het land dat hij aan jullie zal geven. Want dat heeft hij plechtig beloofd aan jullie voorouders Abraham, Isaak en Jakob.
Jullie zullen daar in mooie, grote steden wonen, en jullie krijgen er schuren vol met voorraden. Jullie zullen waterputten bezitten, en wijngaarden en olijfbomen. En daar hoeven jullie niets voor te doen. Jullie hoeven niet te bouwen, te graven of te planten.
Jullie zullen daar meer dan genoeg te eten hebben. 12Maar zorg er wel voor dat jullie de Heer, jullie God, niet vergeten. Want hij heeft jullie bevrijd uit de slavernij in Egypte.
Vereer alleen de Heer
13Als jullie in dat land wonen, vereer dan alleen de Heer. Heb alleen eerbied voor hem. En als je iets plechtig belooft, noem dan alleen de naam van de Heer.
14Vraag niet om hulp aan de goden van andere volken. 15Anders wordt de Heer, jullie God, kwaad. Dan laat hij jullie allemaal van de aarde verdwijnen. Want de Heer woont bij jullie. Hij wil niet dat jullie andere goden dienen. 16Vraag hem niet om zijn macht te bewijzen, zoals jullie deden bij de plaats Massa.
17-18Doe wat de Heer, jullie God, zegt. Houd je precies aan al zijn wetten en regels. Dan zal het goed met jullie gaan. En dan zullen jullie dat mooie land veroveren dat hij plechtig beloofd heeft aan jullie voorouders. 19De Heer zal alle vijanden daar wegjagen. Dat heeft hij beloofd.
Vertel je kinderen over de bevrijding
20Jullie kinderen zullen later vragen: ‘Waarom heeft de Heer, onze God, al die wetten en regels gegeven?’
Dan moet je zeggen: 21‘In Egypte waren we slaven van de farao. Maar de Heer heeft zijn grote macht laten zien en ons bevrijd. 22Wij hebben zelf gezien welke geweldige wonderen hij deed. Wij hebben zelf gezien met welke rampen hij de Egyptenaren en de farao strafte. 23En toen heeft hij ons uit Egypte weggehaald. Hij heeft ons hierheen gebracht om ons het land te geven dat hij aan onze voorouders beloofd had.
24Daarom moeten wij eerbied hebben voor de Heer en ons aan zijn wetten houden. Dan zal het goed met ons gaan. En dan zal de Heer ons laten leven, zoals hij steeds gedaan heeft. 25Als we ons houden aan de wetten van de Heer, onze God, zal hij vinden dat we goed leven.’’