Als het volk terugkomt bij de Heer
1Mozes zei verder: ‘Ik heb jullie verteld wat er gebeurt als de Heer jullie beloont. En ook wat er gebeurt als hij jullie straft. Dan zal hij jullie wegjagen en over de hele aarde verspreiden. En dan zullen jullie nadenken, 2en samen met je kinderen weer terugkomen bij de Heer, jullie God. Jullie zullen hem weer gehoorzamen, met je hele hart en je hele ziel. Dan zullen jullie doen wat ik jullie vandaag geleerd heb.
3Dan zal de Heer medelijden met jullie krijgen. Hij zal zorgen dat het weer goed met jullie gaat. Hij zal alle Israëlieten die over de aarde verspreid zijn, weer bij elkaar brengen. 4Hij zal jullie allemaal terughalen, ook de mensen die hij verjaagd had naar het einde van de aarde. 5Hij zal jullie terugbrengen naar het land dat lange tijd van jullie voorouders was. Jullie zullen dat land weer in bezit nemen. Het zal er goed met jullie gaan, en jullie zullen veel kinderen krijgen. Jullie zullen het nog beter hebben dan je voorouders.
6De Heer zal zorgen dat jullie hart zich voor hem opent. Dan zullen jullie echt van hem houden, met je hele hart en je hele ziel. Jullie zullen een gelukkig leven hebben. 7En de Heer zal jullie vijanden straffen in plaats van jullie.
8Maar dat zal hij alleen doen als jullie weer naar hem luisteren. En als jullie je houden aan al zijn regels, aan alle wetten die ik jullie vandaag geleerd heb. 9Dan zal de Heer jullie helpen bij alles wat je doet. Hij zal jullie veel kinderen geven. Hij zal het land vruchtbaar maken, en jullie zullen veel vee hebben.
Zo zal de Heer weer goed voor jullie zorgen. Want hij zal blij zijn met jullie, net zo blij als hij was met jullie voorouders. 10Maar alleen als jullie naar hem terugkeren, en hem weer dienen met hart en ziel. Luister dus goed naar hem. En houd je aan zijn wetten en regels, aan alles wat er in dit wetboek staat.
De regels zijn niet te moeilijk
11De regels die ik jullie vandaag geef, zijn niet te moeilijk voor jullie. Je hoeft niet ver weg te gaan om ze te vinden.
12Gods regels zijn niet te vinden in de hemel. Dus je hoeft niet te vragen: ‘Wie van ons klimt omhoog naar de hemel om ze daar te halen? Wie maakt Gods regels aan ons bekend, zodat we ze kunnen volgen?’
13Gods regels zijn ook niet te vinden aan de overkant van de zee. Dus je hoeft niet te vragen: ‘Wie steekt de zee over om ze daar te halen? Wie maakt Gods regels aan ons bekend, zodat we ze kunnen volgen?’
14Nee, Gods regels zijn heel dichtbij. Door zijn regels steeds te herhalen, bewaar je ze in je hart. En dan is het niet moeilijk om ze te volgen!
Kiezen tussen leven en dood
15Vandaag laat ik jullie kiezen. Je kunt kiezen tussen leven en dood, tussen goed en kwaad. 16Vandaag heb ik jullie de wetten en regels gegeven van de Heer, jullie God. Ik heb gezegd dat jullie je daaraan moeten houden. Jullie moeten doen wat de Heer vraagt. En jullie moeten hem liefhebben. Als jullie dat doen, dan kiezen jullie voor het leven. Dan zullen jullie een goed leven hebben, en veel kinderen krijgen. De Heer, je God, zal jullie rijk en gelukkig maken in het land dat jullie in bezit gaan nemen.
17Maar stel dat jullie je tegen de Heer verzetten en hem niet willen gehoorzamen. En stel dat jullie andere goden gaan vereren. 18Dan weet ik nu al zeker dat jullie moeten sterven. Dan zullen jullie maar kort leven in het land aan de overkant van de Jordaan.
19Ik laat jullie vandaag dus kiezen tussen leven en dood, tussen beloning en straf. De hemel en de aarde horen wat ik zeg: Kies voor het leven! Kies voor jullie toekomst, en voor de toekomst van je kinderen! 20Houd van de Heer, je God. Luister naar hem en blijf hem trouw. Dan zullen jullie lang leven in het land dat hij plechtig beloofd heeft aan jullie voorouders Abraham, Isaak en Jakob.’