De Geest van God en de geest van de wereld
Onderzoek of iemand bij God hoort
1Lieve vrienden, geloof niet zomaar iedereen. Onderzoek eerst of iemand door de Geest van God geleid wordt. Want er zijn veel valse profeten in de wereld.
2Hoe weet je of iemand echt door de Geest van God geleid wordt? Iedereen die gelooft dat Jezus Christus als mens op deze aarde gekomen is, die hoort bij God. 3Maar mensen die dat ontkennen, horen niet bij God. Zij worden geleid door een kwade geest, die hoort bij de vijand van Christus. Jullie hebben gehoord dat de vijand van Christus in de wereld zal komen. Maar jullie moeten weten dat hij er nu al is.
De valse profeten horen bij de wereld
4Vrienden, jullie horen bij God. Jullie hebben de valse profeten overwonnen dankzij Gods Geest, die in jullie is. Want de Geest die in jullie is, is machtiger dan de kwade geest die in de slechte mensen van deze wereld is.
5De valse profeten horen bij de wereld. Zij zeggen dingen die de mensen van deze wereld graag willen horen. Daarom luisteren de mensen graag naar hen. 6Maar wij horen bij God. Iedereen die God kent, luistert naar ons. Wie niet bij God hoort, luistert niet naar ons. Zo kunnen we zien of iemand de Geest van de waarheid in zich heeft, of de geest van de leugen.
De liefde komt van God
God is liefde
7Lieve vrienden, wij moeten elkaar liefhebben. Want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeft, is een kind van God en kent God. 8Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.
9God heeft zijn liefde aan ons laten zien door zijn enige Zoon naar de wereld te sturen. Dankzij zijn Zoon krijgen wij het eeuwige leven.
10De liefde komt van God. God had ons al lief voordat wij hem liefhadden. Omdat God ons liefhad, heeft hij zijn Zoon naar de wereld gestuurd. Door zijn Zoon worden onze zonden vergeven.
11Vrienden, omdat God zo veel van ons houdt, moeten ook wij van elkaar houden.
12Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we van elkaar houden, blijft God in ons. Dan is zijn liefde in ons volmaakt geworden.
Wie liefheeft, hoort bij God
13Wij horen voor altijd bij God, en God blijft voor altijd in ons. Dat weten we doordat hij de heilige Geest aan ons gegeven heeft.
14De Vader heeft zijn Zoon naar de wereld gestuurd om de mensen te redden. Dat hebben we gezien, en daar willen we over vertellen. 15Iedereen die gelooft dat Jezus de Zoon van God is, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem.
16We hebben Gods liefde leren kennen toen we in Christus gingen geloven. Gods liefde is in ons. God is liefde. Iedereen die in liefde leeft, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem.
Liefde laat alle angst verdwijnen
17Gods liefde is volmaakt in ons. Daarom kunnen we vol vertrouwen zijn op de dag dat God zal rechtspreken over de wereld. Want ook al leven we nog in deze wereld, toch lijken we al op Jezus Christus.
18Als Gods liefde in ons is, hoeven we niet meer bang te zijn voor zijn oordeel. Volmaakte liefde laat alle angst verdwijnen. Angst betekent dat je bang bent voor Gods straf. Wie daar bang voor is, heeft geen volmaakte liefde in zich.
We moeten van andere gelovigen houden
19Wij leven in liefde omdat God ons eerst heeft liefgehad. 20Stel dat iemand zegt dat hij God liefheeft, maar intussen haat hij een andere gelovige. Dan is hij een leugenaar. Als je niet houdt van gelovigen die je om je heen ziet, dan kun je ook niet houden van God, die je niet ziet.
21Dit is de regel die we van God gekregen hebben: Wie van God houdt, moet ook van andere gelovigen houden.