Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
2 juni 2020

Kerk zonder kerkdienst?

Door Maaike van der Weij

Wie had dat ooit kunnen denken: in een democratisch en vrij land mogen in vredestijd geen kerkdiensten worden gehouden! Althans, niet zoals we dat gewend zijn.
Voor veel mensen is de kerk gelijk aan de zondagse eredienst. Als mensen zeggen: ‘Ik heb niets meer met de kerk’, bedoelen ze vaak: Ik ga niet meer op zondag naar de kerk.
Maar wat zegt de Bijbel daar eigenlijk over? En hoe geldt dat nu, tijdens deze coronacrisis? Valt de kerk samen met de kerkdienst, of is het meer dan dat?

Hoe de kerk begon

Zondag 31 mei vierden we het Pinksterfeest. De leerlingen van Jezus worden vervuld van de heilige Geest, lezen we in Handelingen 2. En dan gebeurt er iets bijzonders. De leerlingen gaan over Jezus vertellen, vrij en spontaan. Van bange mensen worden ze moedige getuigen, en veel mensen komen tot geloof. Deze mensen gaan niet alleen geloven in God en Jezus, ze vormen ook samen een bijzondere gemeenschap (Handelingen 2:41-47).

In deze gemeenschap gebeuren verschillende dingen: de gelovigen leren van de apostelen over Jezus, ze bidden samen, ze hebben oog voor wat de ander nodig heeft, ze komen bij elkaar thuis om te eten en ze komen samen in de tempel. Door de eeuwen heen is dit hét voorbeeld geweest voor de kerk. Zó is de kerk begonnen, zó is de kerk bedoeld: Een gemeenschap van mensen die hun geloof in God en Jezus vieren, voeden en uitdragen. En de samenkomsten zijn hiervan een waardevol onderdeel.

Ook Paulus benadrukt deze manier van kerk-zijn in zijn brief aan de Korintiërs. In 1 Korintiërs 1:9 zegt Paulus dat we zijn geroepen om met elkaar een eenheid te vormen. En verderop in de brief, in hoofdstuk 12, legt hij uit hoe de gelovigen een eenheid vormen: veel leden, één lichaam. En juist daarom waarschuwt Paulus dat je geen kerkdiensten kunt houden zonder ook serieus naar elkaar om te zien (1 Korintiërs 11:17-34).

Opdracht om te vieren

Ook het volk van Israël werd al opgeroepen om samen te komen. In Leviticus 23 worden bijvoorbeeld feesten genoemd waarbij Gods grote daden gevierd mogen worden. Feesten van dankbaarheid, waarbij de Israëlieten ook gesterkt worden in hun vertrouwen én in gehoorzaamheid aan Gods regels.

Soms lees je in het Oude Testament dat ‘God danken’ en ‘gehoorzaamheid aan Gods regels’ losraken van elkaar. Het boek Jesaja begint met felle kritiek op het volk (Jesaja 1:10-17): wel offers brengen, wel naar de tempel gaan, maar vervolgens je eigen gang gaan, je eigen ik vooropzetten, desnoods met geweld. Zulke samenkomsten, daar heeft God genoeg van. Maar in Jesaja 58 lees je Gods belofte dat, als je tegelijk oefent in dankbaarheid en gehoorzaamheid, Hij je zal zegenen.

‘Ware eredienst’

Aan de ene kant lees je in de Bijbel dus de oproep om samen God te danken en te eren, om ‘de lofzang gaande te houden’, zoals in Psalm 107. Die oproep komen we ook in het Nieuwe Testament tegen, bijvoorbeeld in Kolossenzen 3:16 en Efeziërs 5:19. Maar aan de andere kant wordt er ook steeds benadrukt dat de lof aan God zuiver moet zijn, dat je je stem vervolgens niet mag gebruiken om anderen onderuit te halen (Jakobus 3:9-10).

De ‘ware eredienst’, zegt Paulus in Romeinen 12:1-2 (Nieuwe Bijbelvertaling), is dat je jezelf in dienst stelt van God. Dat betekent dat je de moed hebt anders te kiezen dan de wereld om je heen als God dat van je vraagt. Dat betekent dat je houding, je gedrag en je woorden in overeenstemming moeten zijn met wat je op zondag in de kerk hoort, belijdt en viert.

Nu en straks

We kunnen in deze tijd niet naar de kerk, maar we kunnen wel volop kerk zijn! Niet alleen dankzij allerlei online uitzendingen, maar ook omdat we ons geloof in Gods liefde voor mensen op heel veel manieren kunnen uitdragen. Juist deze tijd kan je helpen om na te denken over hoe je nog meer kerk kunt zijn, behalve via de wekelijkse eredienst. Hoe kun je je geloof concreet maken in je dagelijks leven en laten zien aan de mensen om je heen?

En misschien zijn we dan straks niet alleen heel blij dat we weer samen naar de kerk kunnen en samen kunnen zingen, maar weten we ook dat de kerk(dienst) niet is afgelopen als de zegen is gegeven en het slotlied gezongen. Nee, dan begint het juist…

Maaike van der Weij
Medewerker Bijbelgebruik bij het NBG

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons