Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
1 december 2014

Het monster en de draak

Behemot en Leviatan in Job 40-41 in de Bijbel in Gewone Taal

Jaap van Dorp

Aan het slot van het boek Job speelt de kennis van de dierenwereld in de oudheid een belangrijke rol. In Job 38-39 wordt Job ondervraagd over wat hij weet van schepselen als leeuwen en raven, berggeiten, herten, wilde ezels, wilde stieren, struisvogels, paarden en valken en gieren. Welke verklaring kan Job geven voor hun gedrag? Welke invloed kan een mens daarop uitoefenen? In Job 40-41 wordt Job geconfronteerd met twee uitzonderlijke dieren, die in het Hebreeuws worden aangeduid met beheemot (40:15) en liwjatan (40:25). In sommige Bijbelvertalingen zijn die woorden weergegeven als namen: Behemot en Leviatan. In andere vertalingen zijn alternatieve weergaven gekozen, bijvoorbeeld ‘nijlpaard’, ‘krokodil’, ‘reuzendier’ en ‘walvis’. Hoe zijn beheemot en liwjatan in de Bijbel in Gewone Taal vertaald?

Behemot en Leviatan

Veel Nederlandse en buitenlandse Bijbelvertalingen vanaf 1477 tot heden hebben de Hebreeuwse woorden beheemot en liwjatan in Job 40:15 en 25 getranscribeerd (Behemot, Leviatan) en zo, met of zonder lidwoord en hoofdletter, in de tekst opgenomen.

Deze keuze maken de Delftse Bijbel 1477, VorstermanBijbel 1528/1531, LiesveltBijbel 1542, Leuvense Bijbel 1548, BiestkensBijbel 1560, Deux-AesBijbel 1562, Moerentorf 1599, King James 1611, Statenvertaling 1637, Lutherse vertaling 1648, Van der Palm 1820, Revised Standard Version 1952, Luther-übersetzung 1984, New International Version 1984, Revised English Bible 1989, New Revised Standard Version 1989, Good News Translation 1992, Nouvelle Bible de Jerusalem 1998, Segond 2002, New Living Translation 2007 en de Herziene Statenvertaling 2010.

Nijlpaard en krokodil

In verschillende moderne vertalingen hebben Behemot en Leviatan plaatsgemaakt voor het nijlpaard en de krokodil (al dan niet met een hoofdletter). Het zijn de Petrus Canisius vertaling 1939, de NBG-vertaling 1951, de Groot Nieuws Bijbel 1983/1996, de Willibrordvertaling 1978/1995, Die Gute Nachricht 1998, De Nieuwe Bijbelvertaling 2004, de Groningse Bijbel van 2008, en de Twentse Bijbel van 2009.

Alternatieve weergaven

Naast vertalingen met ‘Behemot’ en ‘Leviatan’ of met ‘nijlpaard’ en ‘krokodil’ zijn er in de loop der tijd ook Bijbeluitgaven verschenen die in Job 40-41 andere benamingen gebruiken en daarmee ook een andere voorstelling van de dieren geven. Hieronder volgt een selectie uit het aanbod van Bijbelvertalingen in het Nederlands en van Bijbels in een andere taal:

  • Oudkatholieke vertaling van Aegedius de Witte 1717: de olifant + de walvis
  • Van Hamelsveld 1802: Behemot, der dieren-reus + de Krokodil
  • Leidse vertaling 1901: het Reuzendier + het Gedrocht
  • Koster 1998: het superbeest + de draak
  • Naardense Bijbel 2004: het beestbeest + de Leviatan
  • Fokkelman 2009: het Beest
  • Friese Bijbel 1978: it riviermeunster + de slingerjende seeslange
  • Buber/Rosenzweig editie 1986: das Urtier + der Lindwurm
  • Français Courant 1997: le monstre qu’est hippopotame + le grand dragon
  • Traduction Oecumenique de la Bible 1988 : le Bestial + le Tortueux
  • Parole de Vie 2000: le gros Animal de l’eau + le dragon Léviatan
  • Contemporary English Version 2006: the hippopotamus + the sea monster

Toelichting bij Behemot en Leviatan

Een weergave met ‘Behemot’ en ‘Leviatan’ maakt niet direct duidelijk welke dieren men zich daarbij moet voorstellen. Vandaar dat een aantal vertalingen extra informatie biedt in een kanttekening bij de tekst. Volgens de LiesveltBijbel is de Leviatan een zeer grote vis. De BiestkensBijbel identificeert beide dieren met de olifant en de walvis. De Deux-AesBijbel beschouwt Behemot als een aanduiding van grote wanstaltige landdieren, en Leviatan als een aanduiding van enorm grote zeedieren. De Statenvertalers merken op dat onder Behemot ook wel de olifant wordt verstaan, en onder Leviatan een zeer groot en angstaanjagend zeedier.

De Good News Translation geeft aan dat Behemot wordt opgevat als het nijlpaard of als een legendarisch schepsel, en Leviatan als de krokodil of een legendarisch monster. De Revised English Version identificeert Behemot met de krokodil en Leviatan met de walvis. De New International Version sluit niet uit dat in Job 40:15 het nijlpaard of de olifant bedoeld is, en in Job 40:25 de krokodil. Volgens de New Living Translation lopen de meningen over de identificatie van de dieren uiteen: het kan gaan om reële aardse schepselen, maar ook om mythische zeemonsters zoals we die kennen uit de literatuur van het Oude Nabije Oosten.

Toelichting bij alternatieve weergaven

Lezers van Bijbelvertalingen die niet kiezen voor ‘Behemot’ en ‘Leviatan’, vinden die twee namen meestal wel terug in de kanttekeningen. In de Contemporary English Version bijvoorbeeld is in Job 40:15 gekozen voor de vertaling ‘nijlpaard’, maar de aantekening vermeldt dat Behemot ook wel werd opgevat als een zeemonster zoals Rahab (Job 9:13, 26:12), Leviatan (Job 3:8, 40:25) en Tannin (Job 7:12). Leviatan wordt verklaard als een zeemonster of een krokodil.

Français Courant geeft beheemot weer met ‘het monster’ en specificeert het vervolgens in de vertaling als het nijlpaard. In de aantekening wordt naar Leviatan verwezen. Dat dier is de grote draak, een fabeldier dat in de beschrijving de karakteristieken krijgt van de krokodil.

Parole de Vie geeft le gros Animal de l’eau als vertaling van het Hebreeuwse woord beheemot, en vermeldt dat het, evenals de draak Leviatan, een dier is dat voorkomt in de literatuur van het Oude Nabije Oosten.

In de Friese vertaling wordt bij Job 40:15 (it riviermeunster) aangetekend dat in het Hebreeuws Behemot (in grut dier) staat en dat het blijkbaar een nijlpaard betreft. Voor de slingerjende seeslange staat letterlijk: Leviatan, een monster, dat op grond van de gegeven beschrijving wel een krokodil moet zijn.

Is Behemot een nijlpaard?

In 1663 publiceerde de Franse protestantse Bijbelgeleerde Samuel Bochart zijn Hierozoicon sive bipartitum opus de animalibus sacrae scripturae (2 delen, Londen 1663). Daarin stelt hij dat met Behemot de hippopotamus amphibius is bedoeld, het nijlpaard of beter: het rivierpaard. De meeste exegeten zijn hem daarin gevolgd. De opvatting van Bochart is in veel moderne Bijbelvertalingen en commentaren terug te vinden. De voorstanders van de identificatie van Behemot met het nijlpaard menen dat de beschrijving van het dier in Job 40 niet per se realistisch hoeft te zijn of exact overeen hoeft te komen met wat van de anatomie en de fysiologie van het nijlpaard bekend is. De schildering van het dier is vooral literair van aard.

Anderen menen dat het in Job 40:15-24 om een ander dier gaat. Sommigen denken aan de krokodil (zie de Revised English Version). Of aan een exemplaar van een buffelsoort die in het noorden van Galilea geleefd zou hebben, in de moerasachtige gebieden bij het Hulè-meer. Of aan een dolfijn, een olifant of een dinosaurus. Een enkeling meent dat met beheemot (een grammaticaal meervoud in de Hebreeuwse tekst) geen bijzonder dier is bedoeld, maar dieren in het algemeen. Het dier dat in Job 40:15-24 wordt beschreven, zou dan geen ander zijn dan Leviatan. Ten slotte is ook het idee geopperd dat Leviatan een andere naam is voor Behemot.

Het is duidelijk dat niet elk deel van de beschrijving in Job 40:15-24 naar het nijlpaard verwijst. De meeste uitleggers houden bij de interpretatie van sommige details een paar slagen om de arm. Behemot is evenals het nijlpaard een graseter (15b) en het kan zich in alle rust bij de waterkant ophouden (21a-22b) en de woeste golven van een rivier trotseren (23). De vraag is dan wel wat het dier zoekt in bergachtig terrein (20ab). Daarnaast is het dier in Job 40:15- 24 ook zichtbaar zeer gespierd, het heeft krachtige lendenen (16a) en bundels spieren en pezen op zijn dijen (17b). De buikspieren zijn indrukwekkend (16b). Ook de botten van het dier maken veel indruk: ze worden vergeleken met buizen van brons of ijzer (18ab).

Opvallend is verder dat de staart van het dier wordt vergeleken met een ceder (17a). Onduidelijk is welk vergelijkingspunt precies is bedoeld: de lengte, de kracht, de vorm of de buigzaamheid van de boom? In elk geval kan de lengte niet het vergelijkingspunt zijn, omdat een nijlpaard juist een heel korte staart heeft. Sommigen vatten ‘een staart als een ceder’ op als een eufemisme voor de lengte van het geslachtsdeel van het nijlpaardmannetje.

Volgens de beschrijving in Job 40:15-24 is Behemot een dier dat door mensen niet te vangen of te temmen is (19, 24). Dat klopt niet met andere gegevens uit de oudheid. In Egypte was de jacht op nijlpaarden en krokodillen zeker niet ongebruikelijk, en de jagers hadden bovendien ook meestal succes. Het was zelfs een sport van de farao’s om op nijlpaarden te jagen.

Ten slotte is er ook een kenmerk van het nijlpaard dat in de beschrijving ontbreekt, en dat men zeker wel verwachten zou. Er wordt niets gezegd over de enorme bek van het nijlpaard, de grote kop en de kleine oren. Het is moeilijk voor te stellen dat iemand die het nijlpaard goed kent, met geen woord rept over de karakteristieke bek en het enorme gebit.

Is Leviatan een krokodil?

In Job 40:25-41:26 is een uitvoerige passage over Leviatan opgenomen. Het gedeelte begint met een reeks vragen waaruit duidelijk wordt dat het onmogelijk is om Leviatan te vangen (40:25-41:3). Daarop volgt een aantal fysieke kenmerken van Leviatan (41:4-16). Ten slotte zien we in Job 41:17-24 Leviatan in actie, en wordt het gedeelte in Job 41:25-26 afgesloten met de conclusie dat Leviatan de koning van alle wilde trotse dieren is.

De meeste exegeten zijn het erover eens dat Leviatan in Job 40:25 geïdentificeerd moet worden met de krokodil. Maar uit de beschrijving van de fysieke kenmerken van Leviatan in Job 41:4-16 komt een beeld naar voren van een dier dat angstaanjagend groot en sterk is, met een huid zo hard en ondoordringbaar als een pantser, met een bek vol gevaarlijke tanden, met felle, rode ogen, met vlammen uit zijn bek en rook uit de neusgaten.

Het kan wel zo zijn dat de schildering van Leviatan in Job 40:25-41:26 van een hoog literair gehalte is en hier en daar sterk poëtisch is aangezet. Maar de conclusie dat het de beschrijving van een Egyptische krokodil betreft – die in werkelijkheid een gewild doelwit was tijdens koninklijke jachtpartijen – doet geen recht aan het beeld dat de tekst bij de lezer oproept. Het dier dat hier uit de tekst oprijst, lijkt veel meer op een voorwereldlijke, vuurspuwende draak die op geen enkele manier door mensen bedwongen kan worden.

De draak Leviatan en het monster Behemot

In de Bijbel in Gewone Taal (BGT) is ervoor gekozen om de namen Behemot en Leviatan in de tekst te bewaren en niet te vervangen door ‘nijlpaard’ en ‘krokodil’. Het is goed te verdedigen dat de woorden Behemot en Leviatan in Job 40-41 als namen functioneren, ook al heeft Behemot veel weg van een gekunstelde naam. In elk geval is Leviatan in Ugaritische teksten, in het Oude Testament en in latere Joodse literatuur de Hebreeuwse eigennaam van een mythologische zeeslang of draak. Hoewel de etymologie van de naam onzeker is, neemt men aan dat liwjatan ‘de kronkelende (slang)’ betekent (zie ook hierboven de Friese vertaling). In Job 40:25-41:26 is Leviatan niet zomaar een exemplaar van een specifieke diersoort. Het is een dierlijk wezen dat de macht symboliseert van het kwaad en de chaos. Die kwade macht is zelfs in de schepping merkbaar.

Ook Behemot kan net als Leviatan opgevat worden als de naam van een dierlijk wezen met mythische proporties en bovennatuurlijke trekken. Het Hebreeuwse woord beheemot is een pluralis extensivus van beheema, ‘dier, rund’, altijd gecombineerd met een persoonsvorm in het enkelvoud. Het is het Beest bij uitstek (zie hierboven bij Fokkelman), maar er is geen consensus over de aard en het bestaan van dit ontzagwekkende wezen. Samen met Leviatan heeft Behemot in de tweede toespraak van God (40:6-41:26) de functie om Job ervan te doordringen hoe nietig hij is tegenover God, die hij ter verantwoording riep.

Omwille van de duidelijkheid is in de BGT bij Behemot en Leviatan expliciet gemaakt om wat voor wezens het gaat. Het zijn ontzagwekkende of angstaanjagende wezens, waartegenover mensen machteloos staan. Expliciteringen zoals ‘nijlpaard’ en ‘krokodil’ zijn, zoals boven is aangegeven, niet adequaat, en voor dieren die voor mensen onoverwinnelijk zouden moeten zijn, ook niet to the point. Uit de klassieke literatuur en de Egyptische iconografie is immers al bekend dat die dieren, net als tegenwoordig, vaak in een gevecht met de mens het onderspit dolven. Aanduidingen als ‘monster’ en ‘draak’ zijn meer op hun plaats. Die woorden zijn in de BGT gebruikt om Behemot en Leviatan te introduceren in respectievelijk Job 40:15 en Job 40:25. Maar de dieren worden ook op die manier aangeduid waar de namen in de tekst impliciet zijn gelaten, zoals in Job 40:24, 27, 32; 41:1, 4, 10, 17 (2x), 19 en 26. Door ook op die plaatsen het monster en de draak te noemen wint de tekst aan duidelijkheid. En in een editie met aantekeningen of op www.deBijbel.nl kan later toepasselijke achtergrondinformatie worden aangeboden, zodat voor de Bijbellezer nog duidelijker wordt hoe Behemot en Leviatan in Job 40 en 41 precies moeten worden begrepen.

De functie van het monster en de draak in Job

Het is waar dat Behemot en Leviatan in de beschrijving in Job 40-41 een aantal trekken hebben van respectievelijk een nijlpaard en een krokodil. Maar beide dieren zijn enorm uitvergroot, omdat ze een symbolische functie vervullen. Ze staan symbool voor de macht van het kwaad en de chaos die het leven bedreigt. De kosmische dreiging die deel uitmaakt van de werkelijkheid, wordt in deze twee dieren verbeeld.

De functie die Behemot en Leviatan vervullen in het antwoord van God aan Job, staat in verband met de kwestie die aan de orde is in het boek Job: de vraag naar het menselijke lijden en de rol van God daarin. De tweede toespraak van God (Job 40-41) brengt Job tot een nieuw inzicht, en laat hem uiteindelijk getroost achter over zijn miserabele situatie (zie Job 42:6, BGT).

Een uitvoerige behandeling van deze kwestie komt een andere keer in Met Andere Woorden. Maar hier is alvast een voorschot: in onze werkelijkheid zijn de chaosmachten actief, machten waartegen een mens niet is opgewassen. Als een mens daaraan ten prooi valt, en lijden ondervindt in zijn leven, is dat niet automatisch te framen als straf van God voor eigen schuld. Dat is iets wat de vrienden van Job in hun toespraken bezighoudt. Maar God leert Job dat de werkelijkheid anders in elkaar zit, en in zijn les spelen het monster Behemot en de draak Leviatan, als oermachten, een belangrijke rol.

Op 16 oktober jl. besprak Hendrik Spiering de BGT in NRC Handelsblad. Het laatste deel van zijn recensie is het meer dan waard om hier geciteerd te worden. Hij bespreekt de aanpak van de BGT, de consequente keuze voor een eenvoudige, direct begrijpelijke formulering:

Zo’n aanpak kan rampzalig zijn. Theologische subtiliteiten gaan verloren, taal wordt vernield en voor je het weet wordt een woeste profetentekst van 2.600 jaar oud gereduceerd tot welzijnsproza. Maar zo is het dus niet. De boeken Jeremia en Job, die ik als test doorlas, houden hun emotionele scherpte. Ik schrok toen ik ze daarna in de Nieuwe Bijbelvertaling opnieuw las. Heb ik dat allemaal gemist, al die subtiliteiten en prachtige metaforen? Ja, maar ik had wel de lijn van de verhalen en ook de angstaanjagende drive van beide Bijbelboeken meegekregen. De Bijbel in de Gewone Taal is gewoon erg knap gemaakt. Maar één ding begrijp ik niet. Het oude monster Leviathan – uit Job – wordt tegenwoordig altijd als ‘krokodil’ vertaald. Waarom is-ie in de BGT ineens weer ‘de draak Leviathan’? Is een draak gewoner dan een krokodil? Ineens hadden hier de vertalers heimwee naar Bijbelse gekkigheid.

Heimwee naar Bijbelse gekkigheid was het natuurlijk niet die ons bracht tot de hier besproken vertaalkeuze. Het gaat erom dat op deze manier de lezer een goed inzicht krijgt in de tekst en in de kwestie die speelt in het boek Job.

Dr. J. van Dorp werkt als Bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap. Hij is een van de vertalers van de BGT.

Bronvermelding

Jaap van Dorp, ‘Het monster en de draak. Behemot en Leviatan in Job 40-41 in de Bijbel in Gewone Taal’ in: Met Andere Woorden 33/4 (2014), 10-19.

Geraadpleegde literatuur

  • F. Ahuis, ‘Behemot, Leviatan und der Mensch in Hiob 38-42’ in: Zeitschrift für die alttestamentliche Wissenschaft 123 (2011), 72-91.
  • D.J.A. Clines, Job 38-42 (WBC vol. 18B), Nashville/Mexico City/Rio de Janeiro 2011.
  • J. Fokkelman, Het boek Job in vorm. Een literaire vertaling met toelichtingen, Amsterdam 2009.
  • J.E. Hartley, The Book of Job (NICOT), Grand Rapids 1988.
  • W. Herrmann, ‘Eine notwendige Erinnerung’ in: Zeitschrift für die alttestamentliche Wissenschaft 104 (1992), 262-264.
  • J.V. Kinnier Wilson, ‘A return to the problems of Behamoth and Leviathan’ in: Vetus Testamentum XXV (1975), 1-14.
  • M.J. Paul, G. van den Brink & J.C. Bette (red.), Bijbelcommentaar Ezra – Job (StudieBijbel Oude Testament deel 6), Veenendaal 2009.
  • M.H. Pope, Job. Introduction, Translation and Notes (The Anchor Bible), Garden City/New York 1973.
  • M. Rozelaar, Het boek Job, uit het Hebreeuws in Nederlandse verzen overgebracht en van een Inleiding, Toelichting en Verantwoording voorzien, Kampen 1984.
  • E. Ruprecht, ‘Das Nilpferd im Hiobbuch’ in: Vetus Testamentum XXI (1971), 209-231.
  • N.A. Schuman, ‘Jobs laatste reactie als nieuw begin’ in: Bettine Siertsema (red.), Job: steen des aanstoots? Kampen 1996, 36-48.
  • A. van Selms, Job II (POT), Nijkerk 1983.
  • H. Strauss, Hiob (BKAT XVI/2, 5), Neukirchen 2000.
  • K. van der Toorn, B. Becking & P. van der Horst (red.), Dictionary of Deities and Demons in the Bible (DDD), Leiden/New York/Köln 1995.
  • C.M.L. Verdegaal, ‘De vertaling van het Hebreeuwse liwjatan in De Nieuwe Bijbelvertaling: Een kwestie van contextueel vertalen?’ in: Met Andere Woorden 29/3 (2010), 25-30.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons