De zegen van Abram als revisie-probleem
Herziening van de vertaling van Genesis 12:3b
Jaap van Dorp
De zegen van Abram in Genesis 12:3b
Samenvatting |
De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) vertaalt de zegen van Abram in Genesis 12:3b
In het vervolg duid ik deze bekende tekst steeds aan met ‘de zegen van Abram’ of met ‘de zegenformule’.
Geciteerd uit de in 1977 gepubliceerde herziening van de Statenvertaling van 1637.
Eerst plaats ik de vertaalkeuze van de NBV in een historisch perspectief door een aantal Bijbelvertalingen de revue te laten passeren. Vervolgens noem ik een aantal factoren die van invloed zijn op het vertalen van de tekst van de zegen van Abram. Belangrijk daarbij is niet alleen een aantal grammaticale en syntactische eigenaardigheden van Genesis 12:3b
I. Historisch overzicht
Statenvertaling
De Statenvertalers hebben Genesis 12:3b
Dat is: in uw zaad, onder 22:18, en 26:4, en 28:14, welk zaad is Christus, Galaten 3:16, die uit Abrahams zaad naar het vlees moest voortkomen, Mattheüs 1.1, om alle ware geloovigen, welker vader Abraham is, de eeuwige zegening te verwerven, en mede te delen, Galaten 3:28, 29.
Het is opmerkelijk dat de Statenvertalers ook een alternatieve vertaling bieden voor ‘in u’. Wat betreft de alternatieve vertalingen in de kanttekeningen, die ze steeds door het woordje ‘Anders’ vooraf laten gaan: die zijn in de Statenvertaling gelijkwaardig aan wat zij in de hoofdtekst hebben opgenomen. Bij 12:3b
Volgens de Statenvertalers betekent ‘met u’ (= met de gelovige Abraham) dat alle volken gezegend zullen worden ‘op zulke wijze als de gelovige Abraham is gezegend of gerechtvaardigd geweest’. Deze laatste uitleg, die inhoudt dat de volken gezegend worden met de gezegende Abraham als voorbeeld, is bij protestantse exegeten in de zestiende eeuw niet onbekend. In feite hanteert de Deux-AesBijbel (met Luther) die uitleg ook, blijkens de verwijzing naar Galaten 3:8-9
Een citaat uit de kanttekening bij Galaten 3:9.
Het commentaar van Rasji is in het Nederlands vertaald in A.S. Onderwijzer, Nederlandsche vertaling van den Pentateuch benevens eene Nederlandsche verklarende vertaling van Rashie’s Pentateuch-Commentaar בראשית, Amsterdam 1895.
Ik verwijs naar E. Cunitz, J-W Baum & E.W.E Reuss (eds.), Joannis Calvini opera quae supersunt omnia, Tome XXIII (Opera Exegetica et Homiletica Vol. 1), Brunsvigae 1863, 177. Voor een Nederlandse vertaling: S.O. Los, Genesis, uitlegging van Johannes Calvijn uit het Latijn, eerste deel, Goudriaan 1970, 266-267.
Negentiende-eeuwse vertalingen
De twee opties die de Statenvertaling biedt, blijven het vertaalwerk beheersen in de eeuwen die volgen. In het begin van de negentiende eeuw verschijnen de vertalingen van Johannes Henricus van der Palm (tussen 1815 en 1830) en Samuël Israël Mulder (1826). Van der Palm kiest in Genesis 12:3b
In u, d.i. door u, gij (Abram, JvD) zult de oorzaak zijn van het geluk des ganschen menschdoms! Eene belofte, die in hare kracht vervuld is door de geboorte van den Messias uit Abram.
Van der Palm is zich bewust van een andere vertaalmogelijkheid, want hij schrijft vervolgens:
Anderen vertalen deze uitdrukking flaauwer (vager, minder precies, JvD), vergelijkende Gen. 48:20, als of de zin was: men zal van uwen naam een formulier van zegenspreking ontleenen, zeggende: God zegene u als Abraham! Hier tegen de aanhalingen in het N.T.
Met een beroep op bepaalde nieuwtestamentische passages wordt het alternatief dat voor de Statenvertalers even goede papieren had, uitgesloten. De alternatieve vertaling vinden we wel in de vertaling van Mulder uit 1826: ‘en met u zullen al de geslachten des aardbodems gezegend worden.’ Deze vertaling verscheen in een editie met de Hebreeuwse tekst van Rasji’s Pentateuch-commentaar. De vertaling die Mulder geeft, is geheel in de lijn van de interpretatie van Rasji. De woordkeuze ‘met u’ als alternatief voor ‘in u’ komt terug in de vertaling van de Pentateuch met het commentaar van Rasji, gemaakt door A.S. Onderwijzer in 1895, maar met een belangrijk verschil ten opzichte van de vertaling van Mulder: ‘en met u zullen alle geslachten der aarde zich zegenen.’ De keuze voor de reflexieve betekenis ‘zich zegenen’ is gebaseerd op de derde druk van het Hebreeuwse woordenboek van Gesenius die in 1828 verscheen. De bedoeling daarvan is dat men zichzelf het lot toewenst van iemand die in het bijzonder gezegend wordt genoemd.
Zie S.I. Mulder, De Vijf Boeken van Mozes, Amsterdam 5586 – 1826. Het commentaar van Rasji is in deze uitgave niet vertaald. Op 2 december 1829 bood Mulder zijn vertaling aan het NBG aan – blijkens een aantekening op de titelpagina van het exemplaar in de NBG-bibliotheek te Haarlem.
Wilhelm Gesenius, Hebräisches und Chaldäisches Handwörterbuch über das Alte Testament, Leipzig 1828 (derde, verbeterde druk), 128-129.
De nieuwere edities van het woordenboek van Gesenius zijn in de negentiende eeuw trendsettend geweest voor Bijbelvertalers. In 1899 verschijnt van de Leidse Vertaling het eerste deel (Genesis – Ester). De vertaling van Genesis 12:3b
De explicitering van ‘met u’ door ‘met uw naam’ in de Leidse vertaling is, geïnspireerd door de uitleg van Rasji, gebaseerd op het begin van Genesis 48:20
Twintigste-eeuwse vertalingen
Het wens-karakter van Genesis 12:3b
De Petrus Canisiusvertaling van 1936-1939 kiest in Genesis 12:3b
In Genesis 18:18, 22:18, 26:4 en 28:14 keren ‘in u’ en ‘gezegend worden’ in de Canisiusvertaling terug.
Met deze belofte van God begint een nieuw tijdperk in de heilsgeschiedenis. De belofte van God, in het paradijs gedaan, wordt nader bepaald. Het kroost der vrouw, dat den duivel zal overwinnen, zal uit Abrahams geslacht zijn. De profetie is ten volle vervuld in den Messias, die uit Abraham is geboren, en aan alle geslachten Gods zegen en genade heeft gebracht.
De opvolger van de Petrus Canisiusvertaling, de Willibrordvertaling, gaat in de editie van 1975 een andere weg, die wat betreft Genesis 12:3b
Doordat er staat ‘je zult een zegen zijn’ wordt Abram spreekwoordelijk, vanwege de zegen die hij heeft ontvangen, en mensen wensen elkaar alle goeds met een verwijzing naar hem, vgl Gen 48:20. Alle volken zullen delen in Gods zegen. Israël is ertoe bestemd, anderen zegen te brengen.
In de NBG-vertaling 1951 (NBG 1951) luidt Genesis 12:3b
De archiefstukken van de vaste vertaalcommissie en van de plenaire commissie zijn in te zien in het NBG-archief in het Centraal Archief in Utrecht. Wat betreft Genesis 12:3b kan men ook raadplegen J.A. Koole, Het Oude Testament in de NBG-vertaling 1951. Ontstaansgeschiedenis, receptie en revisie van een Nederlandse vertaling van het Oude Testament (proefschrift 1996, zonder plaats en jaar), 135.
Langdurig bespreekt men bij 12:3 de passieve en reflexieve betekenis van niphal en hithpaël. Men heeft een meerderheid, die de lezing der vaste commissie ‘en met u zullen alle geslachten des aardbodems zich zegenen’ handhaven wil, terwijl de minderheid vertalen wil: ‘en in u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden’. Aangezien men liever niet van meerderheid en minderheid wil spreken, zoekt men een compromis. Allen kunnen genoegen nemen met de vertaling ‘en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.’
Door te kiezen voor ‘met u’ in plaats van ‘in u’ is er in de NBG 1951 ruimte gecreëerd voor meer dan één interpretatie van Genesis 12:3b
Zie Th.C. Vriezen, ‘Bemerkungen zu Genesis 12:1-7’ in: M.A. Beek, A.A. Kampman, C. Nijland & J. Rykmans (red.), Symbolae Biblicae et Mesopotamicae Franscisco Mario Theodoro de Liagre Böhl Dedicatae, Leiden 1973, 380-392, m.n. 388.
G.Ch. Aalders & W.H. Gispen WHzn (red.), De Bijbel in Nieuwe Vertaling met verklarende aantekeningen, Het Oude Testament deel 1 Genesis – Ester, Kampen 1952; H. Bavinck & A.H. Edelkoort (red.), Bijbel in de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap met verklarende aantekeningen, Genesis-Exodus-Leviticus-Numeri, Baarn 1954.
Bij de keuze van de NBG 1951 sluit de vertaling van Genesis 12:3b
Schriftlezing
De vertaling en de aantekening daarbij zijn van de hand van K.A. Deurloo.
In Genesis: Hebreeuwse tekst en Nederlandse vertaling, in 1999 uitgegeven door het Nederlands Bijbelgenootschap en de Societas Hebraica Amstelodamensis, is de vertaling nagenoeg gelijk: ‘Met jou zullen gezegend zijn / alle families van de aardbodem.’ Bij Genesis 22:18
Zie Genesis: Hebreeuwse tekst en Nederlandse vertaling, Haarlem-Amsterdam 1999 (Nederlands Bijbelgenootschap en Societas Hebraica Amstelodamensis).
De NBV 2004 kiest voor een nieuwe formulering: ‘Alle volken op aarde zullen wensen / gezegend te worden als jij.’ Tegelijk is deze vertaling in lijn met hoe volgens Edelkoort de tekst moet worden gelezen. De notie ‘voor zich een zegen wensen’ is reeds lang in de Hebreeuwse woordenboeken van Gesenius en Koehler-Baumgartner terug te vinden. Het passieve betekenisaspect dat men traditioneel aan de hier gebruikte nifal-vorm toeschrijft, is in ‘(wensen) gezegend te worden’ gehonoreerd. De formulering ‘(gezegend worden) als jij’ kan verwijzen naar Abram als voorbeeld van zegen, zoals Efraïm en Manasse in 48:20 het model van zegen zijn. Die kan men noemen wanneer men iemand hetzelfde geluk als Abram, Efraïm of Manasse wil toewensen.
Ook de Groot Nieuws Bijbel (1996) kiest daarvoor, zij het met een reciproke betekenis van de werkwoordsvorm: ‘Alle volken op aarde zullen elkaar toewensen / gezegend te zijn als jij.’ Vergelijk de Groot Nieuws Bijbel editie 1983: ‘Alle volken op aarde zullen vragen gezegend te zijn als jij.’
In dit artikel worden de technische termen nifal-vorm en hitpaeel-vorm gebruikt. In deze vormen heeft een Hebreeuws werkwoord een speciale betekenis. Zo ziet een werkwoordsvorm met een actieve betekenis er meestal anders uit dan werkwoordsvormen met een passieve of een reflexieve betekenis. Dat geldt ook voor de nifal-vorm en de hitpaeel-vorm van het Hebreeuwse werkwoord voor ‘zegenen’.
Zie de discussie hierover door Klaas R. Veenhof, ‘De zegen van Abraham’ in: Met Andere Woorden 27/4 (december 2008), 43-52.
Dat er, naast deze weergave, nog een tweede mogelijkheid is, wordt onderkend in de voetnoot die in de NBV bij de vertaling staat: “Ook mogelijk is de vertaling: ‘Door jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.’” Met de combinatie van de passieve betekenis en de keuze voor ‘door jou’ neemt de NBV 2004 de vertaling over van De Pentateuch met Haftaroth van J. Dasberg.
Jitschak Dasberg, De Pentateuch met Haftaroth, Amsterdam 1970. Ook de Naardense Bijbel van 2014 kiest als weergave van het Hebreeuwse be-cha voor ‘door jou’.
De Herziene Statenvertaling van 2010 (HSV) volgt de oorspronkelijke editie van 1637 met: ‘en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.’ Een aantekening in de HSV StudieBijbel verdedigt de keuze voor ‘gezegend worden’: ‘Deze passieve vertaling is beter dan de weergave “wensen gezegend te worden als u”.’ Hier stelt de HSV zich tegenover de NBV 2004. Dat doet de HSV ook op het punt van de weergave van het Hebreeuwse be-cha, ‘in u’. De aantekening in de HSV StudieBijbel verklaart die vertaling als volgt:
Zie ook Nije Fryske Bibeloersetting van 1978 ‘Yn dij sille segene wurde / alle geslachten op ’e ierde’; Huub Oosterhuis & Alex van Heusden, In den beginne. Het boek Genesis vertaald en van aantekeningen voorzien, Amsterdam 1999, 49: ‘in jou zullen worden gezegend alle familiegeslachten der aarde’.
Dit kan eenvoudigweg ‘door middel van u’ betekenen, maar het is waarschijnlijker dat deze uitdrukking Abram aanwijst als verbondsvertegenwoordiger van een volk. Het zijn ‘in’ een persoon betekent een lid te zijn van dat volk waarvan die persoon de vertegenwoordiger is (vgl. 2 Sam. 19:43; 20:1) Dit lijkt de betekenis te zijn die Paulus eraan toekent in Gal. 3:8-9, waar ‘in u’ wordt tot ‘samen met Abraham’. Dat zou ook de oorsprong van de nieuwtestamentische uitdrukking ‘in Christus’ verklaren.
Tegen deze uitleg valt het nodige in te brengen. In elk geval is duidelijk dat deze toelichting opvallend verschilt van de verklaring die de Statenvertalers bij Galaten 3:9
Conclusies bij het historisch overzicht
Dit overzicht laat zien dat er al eeuwenlang verschillende vertaalopties als valide erkend worden. Sinds Rasji wordt erkend dat Abram als voorbeeld of model van de gezegende bij uitstek kan fungeren. En sinds de derde druk van Gesenius’ woordenboek (1828) wordt de mogelijkheid om de nifal-vorm in 12:3 reflexief op te vatten (‘zich zegenen’) geregeld ingezet. De formulering van de NBV 2004 is nieuw, maar de uitleg die eraan te grondslag ligt niet. Kritiek dat de NBV hier ‘zomaar’ of ‘eigenzinnig’ een nieuwe weg inslaat, snijdt dus geen hout. De Statenvertalers onderkenden al een mogelijke vertaling in deze zelfde richting. De keuze van de NBV blijkt ingebed in een lange vertaaltraditie. Maar de vraag van veel critici of de ándere, meer traditionele, vertaaloptie niet even sterke papieren heeft, is daarmee nog niet beantwoord.
II. Exegetische en taalkundige overwegingen
Factoren om rekening mee te houden
De zegen van Abram in Genesis 12:3b
Genesis | Hebreeuwse tekst | Werkvertaling |
12:3 | וְנִבְרֲכ֥וּ בְךָ֛ כָּל־מִשְׁפְּחֹ֥ת הָאֲדָמָ֖ה׃ | en in/met u zullen gezegend worden alle families van de aardbodem |
18:18 | וְנִ֨בְרְכוּ ב֔וֹ כֹּ֖ל גּוֹיֵ֥י הָאָֽרֶץ׃ | en in/met hem zullen gezegend worden alle volken van de aarde |
22:18 | וְהִתְבָּרֲכ֣וּ בְזַרְעֲךָ֔ כֹּ֖ל גּוֹיֵ֣י הָאָ֑רֶץ | en in/met uw zaad zullen zich zegenen alle volken van de aarde |
26:4 | וְהִתְבָּרֲכ֣וּ בְזַרְעֲךָ֔ כֹּ֖ל גּוֹיֵ֥י הָאָֽרֶץ׃ | en in/met uw zaad zullen zich zegenen alle volken van de aarde |
28:14 | וְנִבְרֲכ֥וּ בְךָ֛ כָּל־מִשְׁפְּחֹ֥ת הָאֲדָמָ֖ה וּבְזַרְעֶֽךָ׃ | en in/met u zullen gezegend worden alle families van de aardbodem en in/met uw zaad |
Er zijn nogal wat variaties in de Hebreeuwse woordkeuze aan te wijzen. Allereerst wordt het subject afwisselend aangeduid: kol misjpachot ha’adamah, ‘alle families van de aardbodem’ en kol gojee ha’arets, ‘alle volken van de aarde’. Deze terminologie verwijst naar Genesis 10
Zie voor deze relatie met Genesis 10 Chee-Chiew Lee, ‘Once Again. The Niphal and the Hithpael of BRK in the Abrahamic Blessing for the Nations’ in: Journal for the Study of the Old Testament 36 (2012), 279-296, met name 282.
Zie J.P. Fokkelman, Narrative Art in Genesis. Specimens of Stylistic and Structural Analysis, Studia Semitica Neerlandica, Assen-Amsterdam 1975, 60-61. Lee, 281-283, evalueert de variatie in het subject in alle vijf gevallen in de context van de zegenformule.
Welke rol hebben de aartsvaders en hun nakomelingen?
Ook de manier waarop de aartsvader betrokken wordt in de zegenformule wisselt. In sommige dialogen met de desbetreffende aartsvader gebeurt het door middel van de prepositie be gevolgd door een achtervoegsel dat de tweede persoon enkelvoud aanduidt (cha), in 12:3 Abram en in 28:14 Jakob. In 18:18 staat de prepositie be met het achtervoegsel van de derde persoon mannelijk enkelvoud met Abraham als referent. In 22:18 en 26:4 (de twee passages met de hitpaeel van ברך) staat weer een andere variant: daar zijn uitsluitend de nakomelingen van de aartsvader (Abraham respectievelijk Isaak) betrokken in de zegen. De meest complete zegenformule is 28:14, die zowel naar de aartsvader (Jakob) als naar zijn nakomelingen verwijst.
Wat betekent de prepositie be in dit verband? Uit het historisch overzicht (hierboven) blijkt dat er verschillende betekenissen van de prepositie be gekozen kunnen worden: ‘in u’, ‘met u’, ‘door u’, ‘om u’, ‘met uw naam’, ‘met u als voorbeeld’, ‘als u’. De Nederlandse Bijbelvertalingen zijn niet uitzonderlijk in deze variëteit. Met de prepositie be kan iemand worden geïntroduceerd die een voorbeeld is van een bijzonder gezegend persoon (Genesis 48:20
Voor het Engelse taalgebied zie de bespreking van Genesis 12:3b in William D. Barrick, ‘The Integration of OT Theology With Bible Translation’ in: The Master’s Seminary Journal 12 (2001), 15-31, in het bijzonder 17-23.
Keith N. Grüneberg, ‘Abraham, Blessing, and the Nations. A Philological Exegetical Study of Genesis 12:3 in its Narrative Context’ in: Beihefte zur Zeitschrift für die alttestamentliche Wissenschaft 332, Berlin-New York 2003, 182-185, werkt de diverse betekenissen van het voorzetsel uit.
Werkwoordsvormen met verschillende betekenissen?
In de vijf zegenformules wordt het Hebreeuwse werkwoord voor ‘zegenen’, ברך, in twee verschillende stamformaties gebruikt: in 12:3, 18:18 en in 28:14 staat een nifal-vorm, in 22:18 en 26:4 een hitpaeel-vorm. Betreft dit slechts een stilistisch verschil? Of gaat het om verschillende betekenissen van het werkwoord?
In dit artikel worden de technische termen nifal-vorm en hitpaeel-vorm gebruikt. In deze vormen heeft een Hebreeuws werkwoord een speciale betekenis. Zo ziet een werkwoordsvorm met een actieve betekenis er meestal anders uit dan werkwoordsvormen met een passieve of een reflexieve betekenis. Dat geldt ook voor de nifal-vorm en de hitpaeel-vorm van het Hebreeuwse werkwoord voor ‘zegenen’.
Deze uitleg is te vinden in veel commentaren. Bijvoorbeeld A. van Selms, Genesis deel II, De Prediking van het Oude Testament, Nijkerk 1973, 25; Claus Westermann, Genesis, Biblischer Kommentar Altes Testament I,13, Neukirchen-Vluyn 1978, 175-176; Gordon J. Wenham, Genesis 1-15, Word Biblical Commentary volume 1, s. l. 1987, 277; Victor P. Hamilton, The Book of Genesis Chapters 1-17, The New International Commentary on the Old Testament, Grand Rapids 1990, 375.
Zie het overzichtswerk van Christopher Wright Mitchell, The Meaning of BRK ‘To Bless’ in The Old Testament, SBL Dissertation Series 95, Atlanta 1987.
De betekenis van de nifal-vorm
De betekenis van de stamformaties van de Hebreeuwse werkwoorden is niet in z’n algemeenheid en eenduidig vast te stellen, en ook niet die van de nifal. De nifal van ברך is vaak beschouwd als reflexief (zich zegenen), maar ook als mediaal (zegen vinden of voor zichzelf zegen verwerven), reciprook (elkaar zegenen), toleratief (zich laten zegenen) en passief (gezegend worden). Niet elk van deze opties heeft echter even sterke papieren. Het medium en het passivum zijn in het algemeen de meest voorkomende betekenissen van de nifal. In reflexieve zin is de nifal veel minder gebruikelijk dan lange tijd werd gedacht.
Er zijn verschillende recente studies over de betekenis van de nifal en de hitpaeel van ברך. Zie Grüneberg, a.w.; Benjamin J. Noonan, ‘Abraham, Blessing, and the Nations. A Reexamination of the Niphal and hitpaeel of ברך in the Patriarchal Narratives’ in: Hebrew Studies 51 (2010), 73-93; Lee, 279-296.
Zo bijvoorbeeld J.P. Lettinga, Grammatica van het Bijbels Hebreeuws, bewerkt door M.F.J. van Baasten & W.Th. van Peursen, Leiden-Boston 2012 (twaalfde herziene druk), 80; Bruce K. Waltke & M. O’Connor, An Introduction to Biblical Hebrew Syntax, Winona Lake 1990, 380. Zie voor diverse opties voor het werkwoord ברך: J. Schreiner, ‘Segen für die Völker in der Verheissung an die Väter’ in: Biblische Zeitschrift (Neue Folge) 6 (1962), 1-31, m.n. 7.
Waltke & O’Connor, 381-385.
Zie Grüneberg, 46-65; Lee, 284.
Wat betreft de nifal van ברך betekent dit een breuk met de opvatting die onder invloed van het lexicografisch werk van Wilhelm Gesenius gemeengoed is geworden. In de eerste (1810) en de tweede editie (1823) van zijn Hebräisch-Deutsches Handwörterbuch über die Schriften des AltenTestaments geeft Gesenius voor de nifal van ברך nog de traditionele, passieve betekenis: ‘gezegend worden’. In de derde druk (1828) stelt Gesenius dat de nifal een reflexieve betekenis heeft, gelijk aan de hitpaeel. Die gelijkstelling van nifal en hitpaeel is gehandhaafd tot in de nieuwste, achttiende editie van Gesenius’ Handwörterbuch (1987).
Deze tweede druk is de basis geweest van M. Lemans & S.I. Mulder, Hebreeuwsch-Nederduitsch Handwoordenboek, Amsterdam 1831.
Gesenius, 128-129. Gesenius verantwoordt zijn nieuwe interpretatie op grond van onder andere het commentaar van Johannes Clericus op Genesis uit 1710, dat online te raadplegen is (laatst bezocht 1-9-2017/10-9-2020). Zie ook E. Jenni, ‘Zur Funktion der reflexiv-passiven Stammformen im Biblisch-Hebräischen’ in: Proceedings of the Fifth World Congress of Jewish Studies, Volume 4, Jerusalem 1969, 61-70.
In recent onderzoek naar de betekenis van de nifal verliezen medium en reflexivum echter terrein. Soms wordt betoogd dat voor de nifal van ברך de mediale betekenis (‘een zegen vinden’ of ‘een zegen zoeken’) voor de hand ligt omdat er voor het passivum (‘gezegend worden’) al andere vormen van dit werkwoord worden ingezet (qal passivum en pual). Die redenering is linguïstisch echter niet houdbaar, omdat er bij de Hebreeuwse stamformaties (met name bij nifal en hitpaeel) dikwijls sprake is van een overlapping van betekenissen.
Zie de discussie in Wenham, 277-278. Mitchell, 31 noot 3; A. van Selms, Genesis deel I, De Prediking van het Oude Testament, Nijkerk 1973, 178, geeft de nifal van ברך weer met ‘zich zegen zoeken’.
Zie bijvoorbeeld Joel S. Baden, ‘Hithpael and Niphal in Biblical Hebrew. Semantic and Morphological Overlap’ in: Vetus Testamentum 60 (2010), 33-44, die concludeert dat de nifal in de loop der tijd een reflexieve betekenis heeft gekregen; Grüneberg, 44-45, 181.
Het belangrijkste argument voor de reflexieve betekenis van de nifal in 12:3, 18:18 en in 28:14 is de sterke gelijkenis met de zegenformule in 22:18 en 26:4, waar de hitpaeel de plaats inneemt van de nifal. En aangezien de hitpaeel maar zelden passief is, ligt het voor de hand om de nifal dan, net als de hitpaeel, als reflexief op te vatten. Op grond van dat argument kiest de NBV in 12:3, 18:18, 22:18, 26:4 en 28:14 steeds voor een reflexieve weergave: ‘alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.’
Zo bijvoorbeeld Vriezen, 388. Ook Van Selms, 178, identificeert de nifal en de hitpaeel van ברך en vertaalt die mediaal met ‘zich zegen zoeken’.
De vraag is echter of het niet beter is om het verschil tussen de nifal en de hitpaeel in de zegenformules als betekenisvol te zien. In elk geval ligt op grond van de directe context van 12:3b de reflexieve betekenis van ברך nifal minder voor de hand dan de passieve. De zinnen met het werkwoord ברך in 12:2-3 hebben namelijk steeds een duidelijke agens met een direct object. In 12:2 zien we dat het zegenen is geconcentreerd op Abram persoonlijk. God is daarin de handelende persoon: ‘Ik zal je zegenen’, belooft hij aan Abram. In 12:3a wordt de kring van de zegen groter doordat degenen die Abram zegenen, daarbij gaan horen. Ook hier zijn agens en direct object duidelijk: ‘Ik zal zegenen wie jou zegenen.’ In 12:3b verbreedt het perspectief van de zegen zich maximaal: wat als initiatief van God begint bij Abram, bereikt alle volken. Op die manier komt via de bijzondere positie van Abram het heil voor alle volken in beeld, zoals dat ook in de voorafgaande hoofdstukken van het boek Genesis bedoeld is. Het meest voor de hand liggend is om in 12:3b te veronderstellen dat God de impliciete agens van zegenen is, en dat Abram een rol heeft als model of als instrument. Maar God als impliciete agens komt alleen in beeld via de passieve betekenis, niet via de reflexieve betekenis.
Zie ook Hans Walter Wolff, ‘The Kerugma of the Yahwist’ (translated by Wilbur A. Benware) in: Interpretation, A Journal of Bible and Theology Vol. XX (1966), 131-158, m.n. 139-140, die hierbij echter uitgaat van de mediale betekenis van ברך in vers 3b.
Zo bijv. Wolff, 145-147 die in het voetspoor van G. von Rad stelt: ‘… 12:1-3 is not only the conclusion of the primal history (Urgeschichte), but the real key for it’; verder Walter Brueggeman, Theology of the Old Testament. Testimony, Dispute, Advocacy, Minneapolis 1997, 431-432, die uitgaat van een passieve betekenis van de nifal van ברך.
Grüneberg, 179, 242-243. Zie voor dezelfde passage gelezen vanuit reflexief perspectief R.W.L. Moberly, The Bible, Theology, and Faith. A study of Abraham and Jesus, Cambridge Studies in Christian Doctrine, Cambridge 2000, 118-127.
De interpretatie van de nifal van ברך als een werkwoordsvorm met passieve betekenis krijgt tegenwoordig veel support. De voorkeur voor een wijziging van de vertaling van Genesis 12:3b
Zie de opsomming van exegeten die de passieve betekenis van de nifal steunen, bij Lee, 280. En verder David J.A. Clines (ed.), The Dictionary of Classical Hebrew, Volume II, Sheffield 1995, 268.
De betekenis van de hitpaeel-vorm
In recent linguïstisch onderzoek is ook de betekenis van de hitpaeel van ברך geëvalueerd, zowel in Genesis als in andere Bijbelboeken. Het blijkt dat ברך in de hitpaeel het beste weergegeven kan worden met ‘zichzelf als gezegend beschouwen/zichzelf gezegend noemen’. Die betekenis past goed in de passages waar de hitpaeel van ברך voorkomt buiten Genesis, in Deuteronomium 29:18
Zie Waltke & O’Connor, 424-432, en in het bijzonder Grüneberg, 191-241; Noonan, 77-83, 90-92; Lee, 288-295.
De hitpaeel van ברך als statief (niet actief) werkwoord heeft een reflexieve betekenis in estimatief-declaratieve zin. Zie Noonan, 78-80; Lee, 292-295, die het verschil met de opties van Grüneberg benadrukt.
In die zin is Psalm 72:17 vertaald in de Willibrordvertaling 1995/2012: ‘Alle volken zullen zich om hem gezegend noemen.’ De estimatief-declaratieve betekenis komt niet tot uitdrukking in vertalingen als ‘Men zal wensen gezegend te worden als hij’ (NBV) of een reciproke weergave als ‘Mogen alle volken elkander daarmee zegenen’ (NBG 1951).
De nieuwe inzichten in de betekenis van de hitpaeel van ברך buiten het boek Genesis kunnen ook worden toegepast op de versies van de zegenformule in Genesis 22:18
Zie voor dit motief ingebed in de verhalen, Genesis 30:27-30 en 39:2-6.
Zie ook de Willibrordvertaling 1995/2012, die leest: ‘Om uw zaad zullen alle geslachten van de aarde zich gezegend noemen.’
Voorlopig revisievoorstel en conclusie
Het revisievoorstel bij Genesis 12:3b
In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.*
(noot: Ook mogelijk is de vertaling: ‘Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.’)
Voorop staat dat het om twee valide, erkende en breed gesteunde mogelijkheden gaat. Het betreft volwaardige alternatieven. Afgaand op de meest recente studies hebben we nu, anno 2017, sterkere argumenten om voor een passieve weergave van de nifal te kiezen dan toen de vertaling van Genesis werd gemaakt. In dit revisievoorstel kiezen we voor het voorzetsel ‘in’: ‘in jou’ in plaats van ‘met jou’ of ‘door jou’, omdat de laatste twee makkelijk verkeerd worden gelezen als respectievelijk ‘samen met jou’ en ‘door jou als agens’. Alternatieven als ‘door middel van’ of ‘via’ komen niet in aanmerking omdat ze stilistisch uit de toon vallen. ‘In jou’ geeft exegetisch en theologisch een zeer brede insteek weer: de zegen voor de ene (Abram > Israël) heeft de zegen van alle volken op het oog.
Ik sluit af met een korte schets van deze kwestie. De vertaalkeuze van de NBV in Genesis 12:3b
Tegelijkertijd blijkt ook dat de keuze voor een passieve weergave (‘gezegend worden’) in de meest recente studies sterk is onderbouwd. Dat biedt de ruimte om in de revisie te kiezen voor een weergave die én exegetisch en taalkundig sterk staat én beter aansluit bij de lezersverwachting dan de huidige tekst.
Voor Calvijn was het helder: hij erkende de taalkundige mogelijkheid van de weergave à la de NBV, maar verkoos op basis van een christologische lezing van Genesis 12 toch voor de weergave à la de Statenvertaling. Onze afweging is anders, conform de uitgangspunten van de NBV. We stellen geen revisie voor omdat Genesis 12:3b hetzelfde moet luiden als de citaten ervan in het Nieuwe Testament. Maar als de door veel lezers gewenste optie exegetisch en taalkundig even sterk blijkt te staan als het alternatief, en wellicht zelfs sterker, biedt de revisie een uitstekende aanleiding om deze optie in de tekst te verwerken.
Dr. J. van Dorp is werkzaam bij het NBG als vertaler en oudtestamenticus.
Bronvermelding
Jaap van Dorp, ‘De zegen van Abram als revisie-probleem. Herziening van de vertaling van Genesis 12:3b’ in: Met Andere Woorden 36/2 (november 2017), 6-21.
Geraadpleegde literatuur
- G.Ch. Aalders & W.H. Gispen WHzn (red.), De Bijbel in Nieuwe Vertaling met verklarende aantekeningen, Het Oude Testament deel 1 Genesis – Ester, Kampen 1952.
- Joel S. Baden, ‘Hithpael and Niphal in Biblical Hebrew. Semantic and Morphological Overlap’ in: Vetus Testamentum 60 (2010), 33-44.
- William D. Barrick, ‘The Integration of OT Theology With Bible Translation’ in: The Master’s Seminary Journal 12 (2001), 15-31.
- H. Bavinck & A.H. Edelkoort (red.), Bijbel in de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap met verklarende aantekeningen, Genesis-Exodus-Leviticus-Numeri, Baarn 1954.
- Walter Brueggeman, Theology of the Old Testament. Testimony, Dispute, Advocacy, Minneapolis 1997.
- David J.A. Clines (ed.), The Dictionary of Classical Hebrew, Volume II, Sheffield 1995.
- E. Cunitz, J-W Baum & E.W.E Reuss (eds.), Joannis Calvini opera quae supersunt omnia, Tome XXIII (Opera Exegetica et Homiletica Vol. 1), Brunsvigae 1863.
- Jitschak Dasberg, De Pentateuch met Haftaroth, Amsterdam 1970.
- J.P. Fokkelman, Narrative Art in Genesis. Specimens of Stylistic and Structural Analysis, Studia Semitica Neerlandica, Assen-Amsterdam 1975, 60-61.
- Genesis: Hebreeuwse tekst en Nederlandse vertaling, Haarlem-Amsterdam 1999 (Nederlands Bijbelgenootschap en Societas Hebraica Amstelodamensis).
- Wilhelm Gesenius, Hebräisches und Chaldäisches Handwörterbuch über das Alte Testament, Leipzig 1828 (derde, verbeterde druk).
- Keith N. Grüneberg, ‘Abraham, Blessing, and the Nations. A Philological Exegetical Study of Genesis 12:3 in its Narrative Context’ in: Beihefte zur Zeitschrift für die alttestamentliche Wissenschaft 332, Berlin-New York 2003, 182-185.
- Victor P. Hamilton, The Book of Genesis Chapters 1-17, The New International Commentary on the Old Testament, Grand Rapids 1990.
- E. Jenni, ‘Zur Funktion der reflexiv-passiven Stammformen im Biblisch-Hebräischen’ in: Proceedings of the Fifth World Congress of Jewish Studies, Volume 4, Jerusalem 1969, 61-70.
- J.A. Koole, Het Oude Testament in de NBG-vertaling 1951. Ontstaansgeschiedenis, receptie en revisie van een Nederlandse vertaling van het Oude Testament (proefschrift 1996, zonder plaats en jaar).
- Chee-Chiew Lee, ‘Once Again. The Niphal and the Hithpael of BRK in the Abrahamic Blessing for the Nations’ in: Journal for the Study of the Old Testament 36 (2012), 279-296.
- M. Lemans & S.I. Mulder, Hebreeuwsch-Nederduitsch Handwoordenboek, Amsterdam 1831.
- J.P. Lettinga, Grammatica van het Bijbels Hebreeuws, bewerkt door M.F.J. van Baasten & W.Th. van Peursen, Leiden-Boston 2012 (twaalfde herziene druk).
- S.O. Los, Genesis, uitlegging van Johannes Calvijn uit het Latijn, eerste deel, Goudriaan 1970.
- Christopher Wright Mitchell, The Meaning of BRK ‘To Bless’ in The Old Testament, SBL Dissertation Series 95, Atlanta 1987.
- R.W.L. Moberly, The Bible, Theology, and Faith. A study of Abraham and Jesus, Cambridge Studies in Christian Doctrine, Cambridge 2000.
- S.I. Mulder, De Vijf Boeken van Mozes, Amsterdam 5586 – 1826.
- Benjamin J. Noonan, ‘Abraham, Blessing, and the Nations. A Reexamination of the Niphal and hitpaeel of ברך in the Patriarchal Narratives’ in: Hebrew Studies 51 (2010), 73-93.
- A.S. Onderwijzer, Nederlandsche vertaling van den Pentateuch benevens eene Nederlandsche verklarende vertaling van Rashie’s Pentateuch-Commentaar בראשית, Amsterdam 1895.
- Huub Oosterhuis & Alex van Heusden, In den beginne. Het boek Genesis vertaald en van aantekeningen voorzien, Amsterdam 1999.
- J. Schreiner, ‘Segen für die Völker in der Verheissung an die Väter’ in: Biblische Zeitschrift (Neue Folge) 6 (1962), 1-31.
- A. van Selms, Genesis deel I-II, De Prediking van het Oude Testament, Nijkerk 1973.
- Klaas R. Veenhof, ‘De zegen van Abraham’ in: Met Andere Woorden 27/4 (december 2008), 43-52.
- Th.C. Vriezen, ‘Bemerkungen zu Genesis 12:1-7’ in: M.A. Beek, A.A. Kampman, C. Nijland & J. Rykmans (red.), Symbolae Biblicae et Mesopotamicae Franscisco Mario Theodoro de Liagre Böhl Dedicatae, Leiden 1973, 380-392.
- Bruce K. Waltke & M. O’Connor, An Introduction to Biblical Hebrew Syntax, Winona Lake 1990.
- Gordon J. Wenham, Genesis 1-15, Word Biblical Commentary volume 1, s. l. 1987.
- Claus Westermann, Genesis, Biblischer Kommentar Altes Testament I,13, Neukirchen-Vluyn 1978.
- Hans Walter Wolff, ‘The Kerugma of the Yahwist’ (translated by Wilbur A. Benware) in: Interpretation, A Journal of Bible and Theology Vol. XX (1966), 131-158.
Beeld
Abraham. Schilderij van Benjamin Louwerse. (Foto: collectie Louwerse.)