De paradox van het christelijk geloof
Door Hetty Lalleman
Als je in deze veertigdagentijd de verhalen over Jezus’ lijden leest, merk je hoeveel ruimte de evangeliën daaraan geven. Hoofdstukken lang wordt er verteld over die laatste dagen van Jezus’ leven op aarde. Zijn intocht in Jeruzalem, zijn gesprekken met zijn nabije volgelingen, het hele proces dat uiteindelijk leidde tot zijn dood aan het kruis. Bladzij na bladzij wordt besteed aan iets wat in de ogen van de wereld een ‘mislukking’ was.
Die rabbi uit Nazaret, die zoveel wonderen had gedaan en zoveel over God vertelde, lijkt op een noodlottige manier aan zijn eind te zijn gekomen. De uitvoerige verhalen daarover laten zien hoe belangrijk de eerste christenen het vonden om in alle eerlijkheid te vertellen wat er was gebeurd, ook al was dat geen prachtig succesverhaal over een ‘held’.
En toch …
En toch … zó heeft God de wereld met zich verzoend. Niet ‘ondanks dit lijden’, maar dwars erdoorheen is verzoening tussen God en mensen mogelijk geworden. Er is hoop, er is vergeving, er is een toekomst door al het lijden heen. Dat immense belang van Christus’ lijden hebben zijn volgelingen beseft. Ze hebben de ‘gekruisigde Christus’ verkondigd en de feiten niet weggepoetst.
Dit betekent ook dat die volgelingen wisten dat hun leven geen succesverhaal was zoals de wereld ze graag heeft. Jezus had ze al vroeg gewaarschuwd dat wie Hem dient en volgt, vervolging te wachten kan staan.
Genade in zwakheid
Iemand die dit aan den lijve ondervond is de apostel Paulus. In 2 Korintiërs 11:23-33 staat een lange lijst van wat hij te verduren heeft gehad omdat hij Jezus Christus verkondigde. Bovendien had hij een persoonlijk lijden dat hij niet nader uitlegt (zie 2 Korintiërs 12:7b). Hij had een ‘doorn in het vlees’ en heeft God gesmeekt die weg te nemen. Gods antwoord was: ‘Je hebt genoeg aan mijn genade, want mijn kracht openbaart zich juist ten volle wanneer iemand zwak is’ (vers 9).
Dat is de paradox van het christelijk geloof: de realiteit van lijden, van zwakheid in de ogen van de wereld, wordt juist een venster waardoor het licht van Gods genade schijnt.
Dit is een boodschap die radicaal ingaat tegen de wereld om ons heen, waarin juist succes telt, en vooruitgang, prestatie, resultaten die telkens geëvalueerd moeten worden. Hoger, meer, nog indrukwekkender – het zijn golven die je voortstuwen maar waarvan je doodmoe kunt worden en uitgeput raken.
Paulus heeft veel van zijn uitstekende religieuze opleiding zien verschrompelen toen hij de levende Jezus ontmoette op de weg naar Damascus. Niet langer kwam hij in aanmerking voor een succesvolle carrière aan de godsdienstige top in Jeruzalem; zijn weg ging voortaan langs hoogten en vooral diepten achter Jezus aan. Maar dit was de weg van God.
Paradox
In de christelijke gemeente kom ik vaak deze paradox tegen: dat mensen die in de wereld nauwelijks meetellen, bij Jezus Christus horen en je vertellen over hun geloof in Hem. Zoals die man die levenslang aan een ernstige psychische aandoening lijdt en zich dan toch een ‘gezegend mens’ noemt, omdat hij ervaart dat God voor hem zorgt in zijn leven van elke dag. En die tegen elke hulpverlener getuigt van zijn geloof, niet op een opdringerige, maar op een heel authentieke manier.
De boodschap dat Gods kracht zichtbaar wordt in zwakheid moet steeds weer gehoord worden als tegenwicht tegen een op succes gerichte maatschappij.
Ook de kracht van de kerk, van de christelijke gemeente, zit niet in de grote aantallen, de succesverhalen, de grootse evenementen. Natuurlijk is het prachtig als een gemeente groeit, maar ook in kleine gemeenten en in verborgen kleine groepen christenen in landen waar evangelieverkondiging verboden is, is God aan het werk.
Het christelijk geloof biedt ruimte aan het erkennen van lijden, wuift het niet weg en spoort ons niet aan om ‘erboven’ te gaan staan. Christenen streven niet naar een rimpelloos leven.
Deze tijd vóór Pasen kan ons weer bepalen bij de weg van God die dwars door het lijden heengaat. En met Pasen beleven we dan het onvoorstelbare: leven door de dood heen.
Dr. Hetty Lalleman is theoloog, schrijver en buurtpastor in een dorp in Surrey, Engeland.