Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
1 juni 1999

Biblia Hebraica Quinta

Nieuwe editie van de Hebreeuwse Bijbel voor de 21ste eeuw

Jaap van Dorp

Vorig jaar is tijdens het congres van de International Organization for the Study of the Old Testament (Oslo, augustus 1998) de eerste deelpublicatie van de Biblia Hebraica Quinta (afgekort BHQ) gepresenteerd aan een groot gezelschap van Bijbelwetenschappers. In deze bijdrage wordt in het kort aandacht gevraagd voor een aantal overeenkomsten en verschillen van BHQ ten opzichte van vroegere tekstedities. In de toekomst zullen we regelmatig op nieuw verschenen deeluitgaven van BHQ terugkomen.

De publicatie van Biblia Hebraica Quinta (afgekort BHQ) is een geheel nieuwe uitgave van de complete Hebreeuwse Bijbel volgens de Massoretische tekst van de Codex Leningradensis (codex L, ms B 19A van de tweede collectie Firkowitch in de staatsbibliotheek in St. Petersburg v.h. Leningrad). Met de publicatie van het boek Ruth hoopt de uitgever, het Deutsche Bibelgesellschaft (DBG), de toekomstige gebruikers (onder wie natuurlijk ook Bijbelvertalers) een indruk te geven van de nieuwe editie. De eerste aflevering Ruth is bezorgd door Jan de Waard, emeritus hoogleraar Bijbelvertalen aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.

In de twintigste eeuw zijn er diverse uitgaven van de Hebreeuwse Bijbel verschenen. Verschillende Bijbelorganisaties zijn daarbij betrokken geweest. Chr. D. Ginsburg en N.H. Snaith bezorgden edities voor de British and Foreign Bible Society respectievelijk in 1908 (vervolgens 1926 en 1970) en in 1958. In Duitsland zijn het de Württembergische Bibelanstalt (tot 1975), de Deutsche Bibelstiftung (tot 1980) en vervolgens het Deutsche Bibelgesellschaft geweest die zich met het (heruitgeven van de Biblia Hebraica hebben beziggehouden.

De bekendste moderne kritische uitgaven zijn bezorgd allereerst door R. Kittel (1906, eerste editie, en 1913, tweede editie). De Hebreeuwse tekst van deze Biblia Hebraica (afgekort BHK = Biblia Hebraica Kittel) was in beide edities ontleend aan de Tweede RabbijnenBijbel, die in 1524-1525 door Daniel Bomberg in Venetië was uitgegeven. Vervolgens werkten R. Kittel en P. Kahle aan de derde editie van de Biblia Hebraica (1929-1937), waarin door medewerking van Kahle de bovengenoemde codex L voor het eerst in de geschiedenis van de gedrukte Hebreeuwse Bijbels werd gebruikt als basistekst.

Na de drie versies van de BHK werd van 1967 tot 1977 onder leiding van W. Rudolf en K. Elliger gewerkt aan een nieuwe, vierde editie van de Biblia Hebraica. Deze is in het Bijbelvertaalwerk en in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek de standaardtekst geworden, bekend onder de naam Biblia Hebraica Stuttgartensia (afgekort BHS). Daarvan is in 1997 nog een herziene druk verschenen.

De Biblia Hebraica Quinta moet de vijfde zijn in de Biblia Hebraica-reeks. Het BHQ-project is gestart op initiatief van de United Bible Societies (UBS), maar het is in het bijzonder het DBG dat als lid van de UBS verantwoordelijk is voor wetenschappelijke uitgaven en deze in belangrijke mate bekostigt.

Overeenkomsten met vroegere tekstedities

Vanaf de eerste editie van 1906 is de Biblia Hebraica een Handausgabe, en in de BHQ wordt daarvan niet afgeweken. De uitgever heeft naast de gekozen basistekst (sinds 1937 codex L; niet een eclectische tekst) een kritisch apparaat opgenomen met vooral die varianten en conjecturen, die van groot belang zijn voor exegese en vertaalwerk. Het gaat dus om een tekstuitgave die bruikbaar moet zijn niet alleen voor specialisten op het gebied van tekstkritiek, maar ook voor andere gebruikers. De uitgever van de BHQ heeft wel overwogen om aan een veel omvangrijkere editio critica maior te werken, zoals dat voor het Griekse Nieuwe Testament gebeurt, maar heeft daarvan uiteindelijk afgezien omdat de primaire behoefte van de Biblia Hebraica-gebruiker daar nu nog niet op aan zou sluiten.

Naast Hebreeuwse tekst en kritisch apparaat bevat de Biblia Hebraica sinds 1937 ook de massora parva. Het is vooral aan P. Kahle toe te schrijven dat die in de derde editie van de Biblia Hebraica uit codex L is overgenomen. Het was zijn bedoeling ook de volledige massora magna van codex L aan de gebruikers van de Biblia Hebraica aan te bieden. Dat is uiteindelijk pas gebeurd met de (afzonderlijke) uitgave van het werk van G.E. Weil, dat overigens een gecorrigeerde versie van de massora van codex L bevatte. In de BHS staan referenties naar de massora magna zoals Weil die geeft. De uitgever van de BHQ heeft nu de massora magna van codex L (in diplomatieke weergave) naast de Hebreeuwse tekst opgenomen.

Uiteraard ontbreken in BHQ ook niet de introductie en de lijsten met sigla en afkortingen. Deze zijn meer dan in de derde en vierde uitgave van de Biblia Hebraica wel aangepast aan het specifieke karakter van deze nieuwe editie. De BHQ verschilt namelijk dankzij strikte keuzes van de samenstellers op een aantal punten van zijn voorgangers.

Verschillen met vroegere tekstedities

Wie de eerste proeve van het boekje Ruth opslaat, merkt direct dat BHQ niet zomaar een herziene editie van de BHS is. Dat heeft te maken met verschillende zaken die al in de lay-out tot uitdrukking komen. In het midden van de pagina staat de tekst van codex L. Deze is zowel in de lopende tekst als in de rugmarge voorzien van hoofdstuk- en versnummers. Ook aanwijzingen voor boek- en hoofdstukindeling uit codex L zijn in de rugmarge te vinden. Zoals bij de vorige twee edities van de Biblia Hebraica biedt de buitenmarge plaats aan de massora parva. De gebruiker wordt op de massora parva geattendeerd door circelli boven of tussen de woorden in de Hebreeuwse tekst. Maar in BHQ zijn bij de massora parva geen verwijzingen meer opgenomen naar de massora magna. Het apparaat met de massora magna staat nu met de volledige tekst in de bovenmarge.

In de benedenmarge vinden we traditiegetrouw het tekstkritisch apparaat. Dit is in BHQ geheel nieuw van opzet. De relatie russen apparaat en tekst wordt niet meer gesignaleerd met versnummers en letters, maar met versnummers en een citaat van het becommentarieerde tekstgedeelte.

De BHQ wordt de meest getrouwe gedrukte diplomatieke weergave van codex: tekst en massora zijn met al hun tekortkomingen uit de originele codex L overgenomen. In de derde editie van de Biblia Hebraica werd vaak een gecorrigeerde lezing opgenomen, in Jesaja 5:16 bijvoorbeeld tweemaal. Andere manuscripten lenen zich wellicht beter dan codex L als basis voor de Massoretische tekst van de Hebreeuwse Bijbel. Maar codex L krijgt toch steeds de voorkeur, omdat die het oudste volledige manuscript is en de uitgever niet zelf diverse oude manuscripten die slechts een deel van Tenach bevatten, wilde samenvoegen tot een geheel. Bovendien beschikt het DBG al over een goede, zorgvuldig gecontroleerde tekst van codex L, ook in elektronische vorm. Deze tekst kan nog weer grondig worden gecontroleerd aan de hand van materiaal van het Ancient Biblical Manuscript Center (Californië), een controle die bij de vijfde druk van de BHS in 1997 nog onmogelijk was. Dit vergelijkend onderzoek zal ongetwijfeld nog leiden tot verschillende verbeteringen in de gedrukte tekst.

Nieuw is de diplomatieke behandeling van de massora parva van codex L. Het is bekend dat codex L ook in dit opzicht niet perfect is en ook niet het meest compleet als het om de massora gaat. In de BHS, de voorganger van BHQ, is de tekst van de massora parva in Ruth 1:4, 7 en 8 zoals die in codex L te vinden is, gecorrigeerd. Voor de massora parva bij Ruth 4:15 werd in de BHS nog de aantekening uit de Tweede RabijnenBijbel overgenomen. Codex L geeft namelijk aan dat de combinatie van de twee woorden aan het begin van dit vers niet elders voorkomt. Dat zou juist zijn als men zich tot de Ketuvim beperkte, maar in Jesaja 60:19 doet zich hetzelfde verschijnsel voor. Aangezien de BHQ volkomen getrouw het origineel wil volgen, is nu geen correctie aangebracht. In plaats daarvan biedt BHQ in een bijgevoegd commentaar een volledige vertaling en verklaring van de massora parva, waar nodig inclusief de verbeterde lezing.

De behandeling van de massora magna is sterk veranderd in vergelijking met voorgaande edities. Deze aantekeningen bij de overgeleverde Hebreeuwse tekst zijn in de BHQ niet alleen volledig overgenomen uit codex L, ze zijn evenals de massora parva ook vertaald en van commentaar voorzien.

Mede daardoor zal dankzij BHQ het gebruik van wat de Massoreten bij de overlevering van de Hebreeuwse tekst hebben opgemerkt, in brede kring worden bevorderd.

Andere benadering

Het tekstkritisch apparaat in BHQ is niet alleen anders opgezet dan voorheen, het is ook de neerslag van een andere benadering van de tekstkritische praktijk. Het apparaat behandelt een selectie van gevallen die exegetisch en vertaalkundig van wezenlijk belang zijn. Hierin is de invloed van het Hebrew Old Testament Text Project (afgekort HOT TP) van de UBS duidelijk merkbaar. De medewerkers aan dit project behandelden vanaf 1969 in elf jaar tijd meer dan 5000 tekstkritische gevallen in de Hebreeuwse Bijbel. Hiervan werd verslag gedaan in het vijfdelige Preliminary and Interim Report, op basis waarvan later met Dominique Barthélemy als hoofdredacteur de drie delen van Critique textuelle de Ancien Testament zijn verschenen. De selectie van tekstkritische gevallen in BHQ is geschied na een vergelijking van de oude tekstgetuigen: drie Tiberiënsische handschriften voor de tekst van de Tora en twee voor de Nevi’im en Ketuvim, alle beschikbare pre-tiberiënsische Hebreeuwse tekstgetuigen en alle oude versiones die een eigen lezing van een Hebreeuwse tekst bieden. Varianten zijn opgenomen wanneer zij voldeden aan twee criteria: ze tellen tekstkritisch mee omdat ze een Hebreeuwse tekst representeren die verschilt van codex L, en ze zijn voor exegese en vertaalwerk belangrijk. Van andere criteria die voorheen werden gehanteerd, zoals exegetische bezwaren tegen een bepaalde lezing, is dus, wanneer dergelijke passages strikt genomen tekstkritisch niet echt problematisch zijn, in BHQ afgezien. Niettemin worden deze passages wel beknopt vermeld, evenals bijzondere varianten afkomstig van teksten uit Qumran, Massada en Murabba’at en Ketiv/Qere-kwesties mits ze niet puur orthografisch zijn. Ook afwijkende lezingen in bijvoorbeeld het Nieuwe Testament, de werken van Philo, Flavius Josephus en de kerkvaders kunnen in het kritisch apparaat voorkomen, wanneer ze kennelijk verwijzen naar een bijzondere Hebreeuwse tekstvariant. Het criterium dat varianten exegetisch en vertaalkundig gewicht in de schaal moeten leggen, geldt ook voor de behandeling van setumot en petuchot. Van alle setumot en petuchot in elk Bijbelboek in codex L en de Tiberiënsische manuscripten biedt de introductie een overzicht.

Een ander verschil met de voorgangers van BHQ komt voort uit de beslissing om de middeleeuwse Hebreeuwse manuscripten, bekend uit het werk van Kennicott en De Rossi, niet langer te citeren als tekstgetuigen voor bepaalde lezingen die volgens de gehanteerde criteria van BHQ voor het apparaat worden geselecteerd. Zij zijn immers afgeleid van de tekst en de massora die we in de Tiberiënsische handschriften vinden, en voegen in tekstkritische zin dus weinig toe. Dit betekent overigens niet dat de samenstellers van BHQ het werk van Kennicott en De Rossi in BHQ geheel buiten beschouwing laten.

Geheel nieuwe editie

BHQ verschilt ook van zijn voorgangers wat betreft beschikbaarheid en gebruik van de Dode Zeerollen, de Peshitta, de Septuaginta en de Vulgaat. Er is dankzij de publicaties van bovengenoemde rollen in de laatste tien jaar veel meer materiaal toegankelijk dan vroeger. Van de Peshitta en de Septuaginta zijn op dit moment uitstekende tekstedities in voorbereiding, waarvan verschillende deeluitgaven reeds zijn gepubliceerd. Verder is de San Girolamo-editie van de Vulgaat nu geheel compleet beschikbaar.

Nieuw is ook dat BHQ de gegevens in het tekstkritisch apparaat bij elk Bijbelboek toelicht en evalueert in een speciale paragraaf met commentaar. Het apparaat presenteert niet alleen verschillende lezingen, maar evalueert die ook. Een groot aantal afkortingen geeft inzicht in de beoordeling van varianten. Wanneer een tekstkritisch geval verderop in de paragraaf met commentaar wordt besproken, is dat met een speciaal symbool in het apparaat gesignaleerd. Op die plaats verantwoorden de samenstellers hun keuze en lichten zij hun voorkeur voor een bepaalde lezing toe.

Uit de eerste publicatie van de Biblia Hebraica Quinta wordt duidelijk dat het om een echt geheel nieuwe editie gaat van de Biblia Hebraica. Dat komt niet alleen tot uiting in de diplomatieke wijze waarop codex L wordt uitgegeven, maar ook in de gevolgde visie op de praktijk van de tekstkritiek. We hopen spoedig nieuwe deeluitgaven van BHQ te kunnen begroeten.

Dr. J. Van Dorp is als oudtestamenticus werkzaam bij het Nederlands Bijbelgenootschap.

Bronvermelding

J. van Dorp, ‘Biblia Hebraica Quinta. Nieuwe editie van de Hebreeuwse Bijbel voor de 21ste eeuw’ in: Met Andere Woorden 18/2 (1999), 19-25.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.8
Volg ons