Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
29 januari 2018

Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen

Het lijkt een waarheid als een koe: eerst komt Pasen en vijftig dagen later is het Pinksteren. Eerst vieren we dat Jezus is opgestaan, zeven weken later vieren we de komst van de heilige Geest. Pasen en Pinksteren kunnen dus nooit op één dag vallen. Toch staat er een tekst in de Bijbel waarin beide feesten op één dag samenvallen. Dat is Johannes 20.

Het Johannes-evangelie staat bekend om zijn eigen manier waarop het verhaal over Jezus wordt verteld. En dat zie je ook hier. Op Paaszondag, als Jezus blijkt opgestaan uit de dood, verschijnt hij ’s avonds aan zijn leerlingen:

Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’ (Johannes 20:19-23, Nieuwe Bijbelvertaling)

Jezus blaast over zijn leerlingen en zegt: ‘Ontvang de heilige Geest’. Dat is méér dan een belofte. Hier gebeurt iets. Mét dat Jezus deze woorden uitspreekt, ontvangen zijn leerlingen de heilige Geest. Je kunt deze zin vertalen met: ‘hierbij ontvangen jullie de heilige Geest’. In het Johannes-evangelie vallen Pasen en Pinksteren in feite op één dag. Het is de opgestane Heer zelf die zijn leerlingen de Geest inblaast.

Lucas vertelt het verhaal net anders. Hij vertelt over de opstanding met Pasen en de komst van de heilige Geest vijftig dagen later, op het Pinksterfeest. En zo vieren wij het ook, als twee verschillende feesten. Toch is er, ondanks de accentverschillen tussen Johannes en Lucas een diepe, onderlinge overeenkomst: Pasen en Pinksteren zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het is de Geest van de opgestane Christus die in zijn volgelingen woont. Zo is Christus bij hen.

Een opvallend detail in het citaat hierboven is dat Jezus blies over zijn leerlingen, waarmee hij ze de heilige Geest geeft. Er zijn in de Bijbel twee eerdere momenten die hier aan doen denken: Genesis 2:7 en Ezechiël 37:9. In beide gevallen wordt hetzelfde woord voor ‘blazen’ gebruikt, emfusaô, net als in Johannes 20:22. Kijk daarvoor in de Septuagint, de vroegste Griekse vertaling, die de Bijbel van de eerste christenen vormde.

Genesis 2:7 beschrijft hoe God de mens maakte: ‘Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.’

Ezechiël 37 is het visioen van de dorre botten die weer tot leven komen. Daar is het de wind die op Gods bevel nieuw leven inblaast in de dode lichamen. Van oorsprong symboliseerde dit visioen de opleving van het ‘dode Israël’ uit de situatie van ballingschap. De vroege christenen lazen het als een beeld van de opstanding uit de dood.

In dit rijtje staat ook Johannes 20:22. Jezus blaast zijn leerlingen de Geest in, zoals God de mens zijn levensadem inblies en zoals God zijn volk tot leven wekt. Zo schept Jezus zijn volgelingen tot nieuwe mensen. De opstanding van Jezus en het nieuwe leven van zijn volgelingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar de betekenis ervan is zo groot, dat het maar goed is dat we twee verschillende feesten gekregen hebben om dit te vieren.

Matthijs de Jong is hoofd Vertalen bij het Nederlands Bijbelgenootschap.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.17.10
Volg ons