Als een lam dat naar de slachtbank wordt geleid…
Bij deze woorden denk je in deze veertigdagentijd waarschijnlijk meteen aan Jezus. Toch is dit vers niet afkomstig uit het lijdensverhaal in een van de evangeliën, maar uit het boek Jeremia. Het staat in Jeremia 11:18-23, een van de gedeelten in het boek waarin Jeremia met God in gesprek is over zijn lijden als profeet. In de verzen 18 en 19 staat daar:
De HEER onthulde mij een plan waar ik geen weet van had; Hij liet mij zien wat de mannen uit Anatot in de zin hadden. Daarvóór was ik zo argeloos als een lam dat naar de slachtbank wordt geleid. Ik wist niet dat ze tegen mij dit plan hadden gesmeed: ‘Laten wij die boom met al zijn vruchten vellen, hem uit het land der levenden wegkappen, dan wordt zijn naam nooit meer genoemd.’
Jeremia 11:18-19
De ‘mannen uit Anatot’ zijn Jeremia’s dorpsgenoten. Hij groeide op in die plaats niet ver van Jeruzalem. Bekenden dus. Wat bracht hen ertoe zulke moordplannen te beramen tegen een jonge man die door God geroepen was (Jeremia 1
In Jeremia 11:21 staat hun motief:
”Profeteer niet in de naam van de HEER, anders brengen we je eigenhandig om.”
Jeremia 11:21
Het gaat dus om zijn boodschap, die hij in ‘naam van de HEER’ brengt. Van dat laatste zijn ze blijkbaar niet overtuigd, anders zouden ze Jeremia, als boodschapper van God, toch niet uit de weg willen ruimen!? Zijn tegenstanders zijn namelijk geen heidenen, geen ongelovigen die het verbond tussen God en Israël niet kennen! Het zijn juist mensen die bij het verbondsvolk horen en de Tien Geboden uit hun hoofd kennen!
Dat is het bittere van dit verhaal – dat de profeet, door God gezonden, vervolgd wordt door mensen die hem het naast staan, zowel geografisch (uit zijn eigen dorp) als geestelijk (bij hetzelfde verbond horend).
Pijnlijke waarheid
Het boek Jeremia staat vol met dit soort tegenwerking, niet alleen van zijn dorpsgenoten, maar van zijn eigen broers en zussen, zijn hele familie, zoals Jeremia 12:6
Bij zijn roeping heeft God hem eerlijk verteld dat dit zou gebeuren, en dat God hem zal bewaren en beschermen (Jer. 1:17-19
Het is met name de boodschap van God die men niet wil horen: de oproep tot bekering, tot het radicaal wijzigen van hun levensrichting, van het zuiveren van hun gedrag en hun woorden.
Jeremia’s toehoorders waren geen ongelovigen, ze ‘kenden’ God, ze hadden hun godsdienstige leerstellingen goed op een rijtje. Maar ze leefden er totaal niet naar. Je schrikt als je de opsomming leest in Jeremia 7:9:
‘Jullie stelen, moorden, plegen overspel en meineed, branden wierook voor Baäl [de vruchtbaarheidsgod van de Kanaänieten, HL] en lopen achter andere goden aan, die jullie eerst niet kenden.’
Jeremia 7:9
En dan volgt in vers 10:
‘En toch durven jullie, terwijl jullie al die gruweldaden plegen, voor Mij te verschijnen in deze tempel … met de gedachte: Ons kan niets gebeuren!’ De tempel als ‘talisman’, als ‘beschermengel’, om vervolgens weer alles te doen wat God verboden heeft.
Jeremia 7:10
Jeremia heeft Gods waarheid dwars op de werkelijkheid van deze mensen gezet: zo kan het niet doorgaan!
Jezus
Mensen die de waarheid spreken, zijn vaak niet geliefd. Door de hele geschiedenis heen zijn er zulke mensen geweest en ze zijn vaak vervolgd. De waarheid mag niet gehoord worden.
De profeet Jeremia is een voorloper van Jezus. Ook Jezus werd niet erkend in de plaats waar Hij opgroeide (Luc. 4:24
Van zulk plaatsvervangend lijden is bij Jeremia geen sprake. Maar de profeet laat ons wel zijn getuigenis na van een trouwe boodschapper van God, die tegen wil en dank zijn boodschap niet liet verwateren tot iets wat mensen gemakkelijker zouden slikken. Laten we in deze tijd bidden voor al die mensen wereldwijd, die vervolgd worden omdat ze Gods waarheid laten horen.