Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
7 november 2019

Bijbellezen: altijd meer dan één perspectief

Veel mensen vragen mij hoe ik naar de Bijbel kijk. Hoe ga ik om met de wetenschappelijke aspecten van bijvoorbeeld de evolutietheorie, die zegt dat de aarde en de mens al miljoenen jaren oud zijn, in tegenstelling tot sommige gelovigen die de Bijbel letterlijk nemen en geloven in een wereld die pas zevenduizend jaar oud is? 
Ik denk dat beide verhalen elkaar niet per se tegenspreken, maar elkaar juist aanvullen; tijd is een menselijk begrip. 

Door de jaren heen heb ik geleerd om de Bijbel vanuit verschillende perspectieven te lezen: vanuit een persoonlijk, historisch en metaforisch perspectief, vanuit een progressieve openbaring en vanuit de Messias-perspectieven. 

Het persoonlijk perspectief spreekt voor zich: het gaat over levenslessen, over het leren van de Bijbelverhalen op een persoonlijk niveau. Het verhaal van Jozef (Genesis 37) leert mij dat ik geduldig moet zijn, en door de verhalen in Exodus leer ik om barmhartig te zijn naar migranten en vreemdelingen (Exodus 22:21). Levenslessen zijn niet tijdgebonden; ze zijn universeel en tijdloos. 

Vanuit historisch perspectief lees ik sommige teksten uit de Bijbel puur als geschiedschrijving, net zoals de historische boeken in de Bijbel. Dit soort Bijbelse teksten zijn geschreven vanuit het oogpunt van de schrijver, die zelf een Israëliet is. En dat is te merken: als de Israëlieten bijvoorbeeld een oorlog winnen, danken zij God voor hun overwinning (Jozua 6), terwijl nederlagen of natuurrampen als straf voor ongehoorzaamheid worden gezien (2 Kronieken 7:14). 
Als ik de Bijbel vanuit een historisch perspectief lees, kan ik de tegenstrijdigheden in het Oude Testament beter plaatsen: hoe kan één en dezelfde God die vraagt om niet te doden verderop in de boeken juist oproepen tot oorlog? Als ik me verdiep in de historische omstandigheden, kan ik de tekst Gij zult niet doden (Exodus 20:6) lezen als geïnspireerd door de heilige Geest, en dan het gedeelte waarin men moordt uit naam van God (1 Samuel 15:3), en waarin het gejuich over de overwinning, als misschien wel meer gestoeld op de menselijke inspiratie van de schrijvers zelf. 
Helaas hebben mensen door de eeuwen heen dit soort Bijbelteksten gebruikt om andere volkeren uit te roeien en slavernij goed te keuren in de naam of God, met alle fatale consequenties van dien. 

Het lezen van de Bijbel vanuit een metaforisch perspectief kan heel inspirerend zijn. De Bijbel is geschreven in het Hebreeuws, Aramees en Grieks. In deze talen spelen poëzie en metaforen een belangrijke rol. We kunnen allereerst Adam nemen als voorbeeld. In Genesis is Adam één persoon, maar tegelijkertijd vertegenwoordigt Adam de mensheid in het geheel. Jakob krijgt later in het verhaal de naam Israël (Genesis 35:10), terwijl Jakob tegelijkertijd ook het hele volk van Israël vertegenwoordigt. In de Bijbel is Abraham één persoon, maar hij vertegenwoordigt tegelijkertijd ook alle volkeren – hij is de vader van vele volkeren (Genesis 17:5).

Dit brengt mij bij het volgende perspectief: de progressieve openbaring van de Bijbel. Naarmate de wetenschap en technologie zich ontwikkelen, worden Bijbelse teksten anders geïnterpreteerd. Gelovigen die duizend jaar geleden de Bijbel lazen, geloofden dat de aarde het centrum van heelal was. Totdat Galilei wetenschappelijk kon bewijzen dat de aarde niet het centrum van heelal is. Dit leidde toen tot een conflict met de katholieke kerk. Vandaag de dag gelooft iedereen – ook de kerk – dat de aarde maar een klein onderdeel van het heelal is, en niet het centrum. 

Toch zijn er ook in onze tijd wetenschappelijke vondsten die bepaalde waarheden van de fundamentalistische kerken in twijfel lijken te trekken, zoals de evolutietheorie en de leeftijd van de aarde. Maar wat als je deze vondsten en de Bijbel naast elkaar laat bestaan? Dan blijken ze elkaar juist aan te vullen. 
Laat ik een paar voorbeelden geven. De moord van Kaïn op Abel (Genesis 4) kan heel mooi overeenkomen met de oudste oorlogen in de menselijke geschiedenis, namelijk de oorlogen tussen jager-verzamelaars en de kolonisten of de landbouwers. Voor mij is Kaïn dan niet alleen één persoon, maar staat hij ook voor de landbouwers of de kolonisten die Abel – die staat voor de jager-verzamelaars/herders – uitroeiden! Of neem het verhaal van Abraham. God belooft hem een geliefde zoon en vervolgens draagt God Abraham op om het kind, Izaäk, te offeren. Vervolgens grijpt God op het laatste moment in en verschijnt er een ram die geofferd mag worden in plaats van Izaäk (Genesis 22).
Hoewel ik geloof in de historische figuur Abraham, geloof ik tegelijkertijd ook dat Abraham de personificatie is van een ontwaakte mensheid die duizenden jaren geleden het mensenoffer verving door het dierenoffer, terwijl wij christenen in onze tijd helemaal geen dieren meer hoeven te offeren als een bevestiging van ons geloof. 

Ten slotte kom ik bij het Messias-perspectief: Bij het lezen van de Bijbel staat de persoon Jezus voor mij centraal. Voor mij is het Oude Testament een voorafschaduwing die verwijst naar Jezus (mijn joodse vrienden geloven dat uiteraard niet en dat respecteer ik ook). In het Nieuwe Testament is Jezus voor mij het fundament, en niet Paulus, Petrus of de apostelen. Ik lees en interpreteer de Bijbel in het licht en door het licht van Jezus: voor mij is Hij het licht van de wereld – en van mijn leven.

Samuel Lee
Oprichter van de Foundation Academy of Amsterdam. Hij is verbonden aan de Vrije Universiteit, en is directeur van het Center for Theology of Migration aan de Faculteit Religie en Theologie in opdracht van SKIN (Samen Kerk in Nederland).

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.8
Volg ons