
Sem
Sem is de oudste zoon van Noach. Samen met zijn ouders en zijn broers Cham en Jafet overleeft hij de zondvloed in de ark. Na de vloed wordt hij de voorvader van een heleboel nakomelingen. Ook Abraham stamt van hem af.
De naam Sem
De naam Sem betekent: naam, of: aanzien. Volgens Genesis 10 is Sem de voorvader van verschillende volken in het Oude Nabije Oosten. Een van de nakomelingen van Sem is Terach, de vader van Abram (Genesis 11:10-26).
Het Nieuwe Testament noemt in Lucas 3:36 Sem als een van de voorouders van Jezus.
In de ark
Noach, de vader van Sem en zijn broers Cham en Jafet, bouwt een ark. Hij doet dat omdat God tegen hem gezegd heeft dat hij de aarde zal laten overstromen (Genesis 6:14-16).
Als de ark klaar is, gaan Noach en zijn vrouw met hun drie zonen en hun vrouwen in de ark. Ook van alle dieren gaan een mannetje en een vrouwtje mee (Genesis 7:13).
Het water overstroomt de hele aarde. Maar na honderdvijftig dagen begint het water te zakken en mogen alle mensen en dieren weer uit de ark. God zegent Sem en zijn broers. Ze krijgen de opdracht om kinderen te krijgen, zodat er overal op aarde weer mensen komen.
Zegen en vloek
Als de aarde weer droog en bewoonbaar is, legt Noach een wijngaard aan. Volgens Genesis 9:20-21 wordt hij dronken van zijn eigen wijn, en gaat hij naakt in zijn tent liggen. Cham ziet dat en vertelt het aan zijn broers. Sem en Jafet gaan de tent in en leggen een mantel over hun vader heen.
Als Noach wakker wordt uit zijn roes, is hij boos om wat Cham gedaan heeft. Hij vervloekt Chams zoon Kanaän: Kanaän zal een knecht zijn van Sem en Jafet. Maar Noach zegent Sem en Jafet. Sem zal aan de nakomelingen van Jafet ruimte bieden om in zijn tenten te wonen.
Semieten
Het woord ‘semieten’ is afgeleid van de naam Sem, maar is geen aanduiding voor de nakomelingen Sem. ‘Semieten’ staat voor alle volken in het Midden-Oosten en Afrika die een semitische taal spreken, zoals Arabisch, Ethiopisch of Hebreeuws. De volken die tot deze taalgroep behoren, komen niet precies overeen met de volken die Genesis 10:21-30 noemt als nakomelingen van Sem.
Bijbelverzen
- Genesis 11:10-26
- Lucas 3:36
- Genesis 6-10