Dag 7 – Mensen kunnen verblind zijn en Jezus niet herkennen
Bijbeltekst(en)
2 Korintiërs 4
Door Christian Tan
God kan voor je neus staan, en toch kun je Hem missen. Judas maakte God-in-het-vlees elke dag mee, zag de grootste wonderen, zag de Liefde zelf in actie – en koos toch de andere kant. Maria en Jezus’ broers dachten dat Hij gek geworden was. De mensen in Nazaret zagen Hem gewoon als een dorpsjongen, te vertrouwd om de messias te zijn. De vervulling van honderden jaren aan tempeldienst en offers vond plaats (Hebr. 10:1-18), en priesters en religieuze experts bespotten Jezus in plaats van Hem te erkennen en verkondigen.
Verblind zijn voor wie God is, is verschrikkelijk. We zien bij de tien plagen in Egypte hoe het gaat: de farao verhardt zijn hart bewust, terwijl hij de grootste wonderen ziet, en wil niet toegeven. Maar halverwege, na vijf plagen, verandert het opeens: niet de farao zelf verhardt zijn hart, maar God doet dat. Farao was het point of no return gepasseerd.
YOLO – You Only Live Once – is voor veel mensen een levensmotto, waarmee ze zichzelf en anderen aanmoedigen om vooral van dit leven te genieten. Maar je kunt het ook anders invullen: we leven maar één keer, dus onze tijd om God te leren kennen is beperkt.
Wat kun jij doen om mensen in je omgeving die zich voor God hebben afgesloten toch een glimp van Hem te laten opvangen? Of, om Paulus te citeren, om ‘de waarheid openlijk bekend’ te maken?