Dag 19 – Zie Jezus in je broers en zussen
Bijbeltekst(en)
Hebreeën 2
Door Jan Pool
We vinden in de Bijbel allerlei metaforen voor de kerk. De kerk wordt beschreven als een leger, een lichaam, een tempel, maar ook als een gezin. Toen we werden wedergeboren gingen we automatisch deel uitmaken van Gods gezin. De gemeenschapszin en het gevoel als huisgezin bij elkaar te horen waren kenmerkend voor de vroege christenen: ‘Zij bleven trouw aan wat de apostelen hun leerden en gingen als een grote familie met elkaar om’ (Hand. 2:42, GNB).
Als de kerk functioneert als een gezond gezin van God dan is ze dus een veilige plaats. Dan kunnen mensen er van hart tot hart heel persoonlijke dingen met elkaar delen. Ze verheugen zich samen over de mooie dingen die ze meemaken. Er is ruimte om eerlijk over hun pijn, strijd, twijfels en angsten te vertellen en mislukkingen en zwakheden te erkennen. En men vraagt om hulp en gebed. Zo ontstaat een echte gemeenschap.
Maak jij deel uit van zo’n gemeenschap? Zo niet: welke stappen zou je kunnen zetten om daar verandering in te brengen?