Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Een gelijkenis

Bijbeltekst(en)

Gelijkenissen over het koninkrijk van God

1Weer ging Hij naar het meer om de mensen te onderwijzen; er kwam een enorme menigte om Hem heen staan. Daarom ging Hij in de boot op het meer zitten, terwijl de menigte op de oever bleef staan. 2Hij onderwees hen en sprak hen toe in allerlei gelijkenissen. Hij zei: 3‘Luister. Een zaaier ging eropuit om te zaaien. 4Tijdens het zaaien viel een deel van het zaad op de weg, en de vogels kwamen en aten het op. 5Een ander deel viel op rotsachtige grond, waar maar weinig aarde was, en het schoot meteen op omdat het niet diep in de grond kon doordringen; 6en toen de zon opkwam verschroeide het, en doordat het geen wortel had droogde het uit. 7Weer een ander deel viel tussen de distels, en de distels schoten op en verstikten het en het bracht geen vruchten voort. 8Maar er was ook zaad dat in goede grond viel en wel vruchten voortbracht: het schoot op en groeide en droeg vrucht, dertig-, zestig- en honderdvoudig.’ 9En Hij zei: ‘Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!’

10Toen Hij weer alleen was met zijn volgelingen en met de twaalf leerlingen, stelden ze Hem vragen over de gelijkenissen. 11Hij zei tegen hen: ‘Aan jullie is het geheim van het koninkrijk van God onthuld; maar zij die buiten staan, krijgen alles te horen in gelijkenissen, 12“opdat ze scherp zien, maar geen inzicht hebben, opdat ze goed horen, maar niets begrijpen, anders zouden ze tot inkeer komen en vergeving krijgen.”’

13Hij zei tegen hen: ‘Begrijpen jullie deze gelijkenis niet? Hoe zullen jullie alle andere gelijkenissen dan begrijpen? 14De zaaier zaait het woord. 15Sommigen zijn als het zaad dat op de weg valt: het woord wordt wel gezaaid, maar wanneer ze het gehoord hebben, komt meteen Satan om het woord weg te graaien dat in hen gezaaid is. 16Anderen zijn als het zaad dat op rotsachtige grond is gezaaid: wanneer zij het woord gehoord hebben, nemen ze het meteen met vreugde aan. 17Maar doordat het geen wortel schiet in hen, is dat van korte duur. Worden ze vanwege het woord verdrukt of vervolgd, dan komen ze meteen ten val. 18Weer anderen zijn als het zaad dat tussen de distels is gezaaid: ze hebben het woord wel gehoord, 19maar de zorgen om het dagelijks bestaan en de verleiding van de rijkdom en hun verlangens naar allerlei andere dingen komen ertussen en verstikken het woord, zodat het zonder vrucht blijft. 20Maar er zijn ook mensen die zijn als het zaad dat op goede grond is gezaaid: zij horen het woord en aanvaarden het en dragen vrucht, sommigen dertig-, anderen zestig- en weer anderen honderdvoudig.’

Marcus 4:1-20NBV21Open in de Bijbel

Jezus krijgt twee reacties op zijn gelijkenissen; je kunt ze lezen in vers 10 en 11.
Welke twee reacties zijn dat?
In welke reactie herken jij je het meest?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons