Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Vrijdag 19 maart

Bijbeltekst(en)

Psalmen 34

1Van David, toen hij zich aan het hof van Abimelech als een krankzinnige voordeed en pas wegging toen deze hem verjoeg.

2De HEER wil ik prijzen, elk uur van de dag,

mijn mond is altijd vol van zijn lof.

3Laat mijn leven een loflied zijn voor de HEER,

de nederigen zullen het met vreugde horen.

4Roem met mij de grootheid van de HEER,

sluit u aan om zijn naam te verheffen.

5Ik zocht de HEER en Hij gaf antwoord,

Hij heeft mij van alle angst bevrijd.

6Wie naar Hem opzien, stralen van vreugde,

schaamte zal hun gezicht niet kleuren.

7In mijn verdrukking riep ik tot de HEER,

Hij heeft geluisterd en mij uit de nood gered.

8De engel van de HEER waakt

over wie Hem vrezen, en bevrijdt hen.

9Proef en geniet de goedheid van de HEER,

gelukkig de mens die bij Hem schuilt.

10Vromen, heb ontzag voor de HEER:

wie Hem vreest lijdt geen gebrek.

11Jonge leeuwen lopen hongerig rond,

wie de HEER zoekt, ontbreekt het aan niets.

12Kom, kinderen, luister naar mij,

ik leer je ontzag voor de HEER.

13Hebben jullie het leven lief,

wil je goede jaren genieten?

14Behoed dan je tong voor het kwaad,

je lippen voor woorden van bedrog.

15Mijd het kwade, doe wat goed is,

streef naar vrede, jaag die na.

16Het oog van de HEER rust op de rechtvaardigen,

zijn oor luistert naar hun hulpgeroep.

17Toornig ziet de HEER wie kwaad doen aan,

Hij wist hun namen op aarde uit.

18De HEER hoort de kreten van de rechtvaardigen,

Hij bevrijdt hen uit de nood.

19Gebroken mensen is de HEER nabij,

Hij redt wie zwaar wordt getroffen.

20Al blijft de rechtvaardige niets bespaard,

de HEER zal hem steeds weer bevrijden.

Psalmen 34:1-20NBV21Open in de Bijbel

-door Frits Hendriks-

MEDITATIO
‘Laat mijn leven een loflied zijn.’ Eén zo’n woord, zo’n zinsnede opent een hele wereld aan betekenis. In een persoonlijke lezing zou die betekenis meteen meespelen. De emoties die het oproept, de verschillende verklaringen die in de loop van mijn leven eraan gegeven zijn, de plaatsen en personen die een rol spelen in de herinnering – ze poppen meteen op in mijn hoofd. In deze podcast zal ik er iets van moeten uitleggen; anders is het voor de luisteraar niet te volgen.

‘Laat mijn leven een loflied zijn’ doet mij meteen zingen. Het is een lied dat ik gezongen heb bij een bruiloft van een goede kennis, in een kerk in Nijmegen, de stad waar ik gestudeerd heb en gegroeid ben in geloof. Ook omdat het in deze kerk niet altijd ging zoals ik dat graag heb. Maar ik wijd nu al weer veel te veel uit; al speelt dit allemaal een rol: de blijdschap, de dankbaarheid, de discussies…

‘Laat mijn leven een loflied zijn’ doet mij toch vooral meteen zingen. Vrolijk zingen, klappen en dansen (of een beetje wiegen). En dat past natuurlijk ook wel bij de psalm. Ook dat dansen. Immers, het is een psalm ‘Van David, toen hij zich aan het hof van Abimelech als een krankzinnige voordeed’. David werd erdoor gered. En ik voel me dus vrij om als een heilige dwaas mij van het kwade af te keren en de Heer lof toe te zingen, te klappen en te dansen.

‘Laat mijn leven een loflied zijn.’ Ooit heb ik als een soort heilige dwaas mezelf afgevraagd of het mogelijk is om je van God af te keren. Om niets met God te maken te willen hebben. Dat bleek onmogelijk; God is immers Schepper van hemel en aarde. Wat je ook doet, het feit dat je leeft, is al een loflied op de schepping. Ik kwam toen uit op de zinsnede ‘Elke ademtocht is een loflied Gods.’

ORATIO
O Heer, laat mijn leven een loflied zijn. U hebt ons gemaakt als zangers in één koor van hemel en aarde. Elke ademtocht is al een loflied. Maar soms weet ik ook wel dat ik vals zing, me niet voeg in het koor van de engelen, maar liever een eigen compositie zing. Daarom vraag ik het U: laat mijn leven een loflied zijn. Als ik adem, hoort U dan de juiste melodie?

CONTEMPLATIO
‘Laat mijn leven een loflied zijn.’ Vandaag wil ik bewust ademen, en zo Gods lof zingen. Ik plan drie momenten deze dag en zet een alarm om voor een aantal minuten bewust in en uit te ademen, om alleen daarmee al een lied voor God te zingen.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons