Verleiding #2: op handen gedragen
Bijbeltekst(en)
Matteüs 4
Jezus in de woestijn
Jezus antwoordde: ‘Er staat ook geschreven: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.”’ Matteüs 4:7
De verleider laat het natuurlijk niet bij één poging, hij heeft nog meer streken op zijn repertoire staan. Hij neemt Jezus mee naar het hoogste punt van de stad Jeruzalem, de tempel, en daarmee de belangrijkste plek van het hele land Israël. Hier had Salomo ooit de eerste tempel gebouwd. De tempel die vernietigd werd door de Babyloniërs, die onder leiding van Ezra en Nehemia werd herbouwd en door Herodes de Grote prachtig werd gerenoveerd.
De top van de tempel is een passende plek voor de Zoon van God: zo staat Hij in het centrum van de religieuze wereld. Jezus ziet het nog even aan en de verleider vervolgt: ‘Kijk, ik weet dat Je de Zoon van God bent. Ik heb alle vertrouwen in je capaciteiten. Zo weet ik bijvoorbeeld dat als Je naar beneden zou springen, Je niets zou overkomen. God zou zijn eigen Zoon wel opvangen door een cohort engelen op te trommelen. Misschien kun Je het me zelfs even laten zien. Ah joh, spring effe. Laat mij ook even lol hebben.’
De verleider is wijs geworden van de eerste nederlaag en probeert Jezus met zijn eigen tactiek te vangen. Hij zet nu zelf een schrifttekst in, Psalm 91:11-12: ‘Zijn engelen geeft Hij opdracht over je te waken waar je ook gaat. Op hun handen zullen zij je dragen, je zult je voet niet stoten aan een steen.’ Wederom laat de schrijver van het verhaal het aan zijn lezer om de schrifttekst, nu uitgesproken door de verleider, af te maken. In Psalm 91:13 staat namelijk direct: ‘Leeuw en adder zul je vertrappen, roofdier en slang vermorzelen.’
Logisch dat de verleider vers 13 niet gebruikt; het is namelijk precies wat Jezus doet: Hij vermorzelt de Bijbelciterende verleider en zijn slangachtige streken. Jezus bestrijdt vuur met vuur, citaat met citaat. Hij citeert weer uit Deuteronomium, nu 6:16, waar staat: ‘Stel Hem niet op de proef.’ En wederom horen we hierin een impliciete identificatie tussen Jezus en God: zoals je God niet op de proef mag stellen, zo mag je dat met Jezus ook niet doen; beiden zijn namelijk dezelfde.
Zijn er Bijbelteksten die jou helpen wanneer je een lastige afweging moet maken? Welke?