Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Jezus en Petrus: Verloochening

Bijbeltekst(en)

Matteüs 16

Wie is Jezus?

13Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg Hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ 14Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ 15Toen vroeg Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ 16‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. 17Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. 18En Ik zeg je: jij bent Petrus, en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen; de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. 19Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven; alles wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en alles wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ 20Daarop verbood Hij de leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat Hij de messias was.

Matteüs 16:13-20NBV21Open in de Bijbel

‘Ik ken die man niet!’ Matteüs 26:74b

Petrus volgt Jezus. Dat is zijn roeping. Petrus doet dit nauwgezet. Ook als Jezus gevangengenomen is, volgt hij Hem, hoe penibel de situatie ook is.

Ik heb diep respect voor de trouw waarmee Petrus Jezus volgt. Wellicht had ik allang opgegeven, uit verwarring en verbijstering omdat Jezus gevangengenomen is of gewoonweg omdat de situatie te gevaarlijk geworden is. Maar zo reageert Petrus niet. Hij geeft niet snel op. Hij volgt Jezus door dik en dun. Wat er ook gebeurt, hij blijft in zijn buurt.

Jij hebt vast zelf ook wel ontdekt dat je sterke kant tegelijk je zwakke kant kan zijn. Je drive, ideaal en inzet zijn ook een valkuil waar je zomaar in kunt vallen. Dit geldt ook voor het volgen van Jezus. Als het volgen van Jezus mijn geloofsproject wordt, dan raakt Jezus vroeg of laat uit beeld. Al snel jaag ik dan meer mijn eigen opvattingen over het geloof na dan dat ik Jezus volg – ondanks al mijn goede bedoelingen.

Bij Petrus zien we hoe gemakkelijk en dramatisch dit kan gaan. Petrus, de eerste leerling die belijdt dat Jezus de messias, de Zoon van de levende God is, wil Jezus blijven volgen, ook al heeft hij hier een leugentje om bestwil voor nodig. De eerste keer op de binnenplaats van het hogepriesterlijk paleis als een dienstmeisje van de hogepriester hem herkent als volgeling van Jezus. Als een ander meisje hem bij het poortgebouw herkent, zweert hij zelfs Jezus niet te kennen. Tegenover omstanders die hem herkennen, maakt hij het nog erger. Hij vloekt en zweert: ‘Ik ken die man niet!’ (Matteüs 26:74) Hij breekt pas als de haan kraait en hij zich de woorden van Jezus herinnert. Dan pas geeft hij zijn volgen van Jezus op. Hij gaat naar buiten en huilt bitter. Misschien is het wel de meest traumatische ervaring in zijn leven geweest: Jezus verloochenen omdat hij Hem zo graag wilde volgen.

Jezus volgen betekent niet: mijn eigen geloofsovertuiging najagen, maar me dagelijks laten gezeggen door de woorden van Jezus en me laven aan zijn liefde, tot in de dood.

Is er iets in je leven waar je diepe spijt van hebt?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons