De kus
Bijbeltekst(en)
Matteüs 26
In Getsemane
(…) en kuste Hem. Matteüs 26:49b
Het is nacht. Judas heeft zijn plan al klaar. Een met knuppels en zwaarden gewapende bende is snel georganiseerd. Judas weet waar ze Jezus kunnen vinden: in de olijftuin van het Kidrondal.
Kort ervoor was Jezus nog intens in gebed. Alleen. Ook zijn trouwste leerlingen lieten het afweten op dat moment. Zij sliepen terwijl Jezus biddend worstelde met zijn Vader over het lijden en de dood die Hem te wachten stonden. Jezus beseft dat dit niet ver meer weg is. Nauwelijks heeft Hij zijn leerlingen gewekt of Judas komt eraan.
Wat zullen de drie leerlingen die Jezus had meegenomen naar Getsemane hun ogen uitgekeken hebben. Wat is Judas van plan met al die dreigende mannen?
Judas heeft zich goed voorbereid op dit moment. Hij geeft geen krimp en doet precies zoals hij met de bendeleden heeft afgesproken: wie ik kus, die is het, die moeten jullie gevangennemen. Hij loopt op Jezus af, zegt: ‘Gegroet, rabbi!’ en kust Jezus (Matteüs 26:49).
Misschien is dit wel de bekendste kus uit de Bijbel. Op veel manieren is deze kus door schilders uitgebeeld. Vaak wordt de kussende Judas afgebeeld als een sluw, niet te vertrouwen mannetje. Hoe zou jij hem afbeelden? Hoe verraderlijk zijn kus ook is, door zijn kordate optreden vloeit er verder geen bloed. Alleen Petrus verwondt even later nog iemand.
Jezus reageert majesteitelijk. Tegen Judas zegt Hij: ‘Vriend, ben je daarvoor gekomen?’ (Matteüs 26:50a) Geweldloos geeft Hij zich over. Deze weg moet Jezus gaan. Dat is zijn roeping. Zo vervult Hij de oude woorden van de profeten. Fijntjes merkt Matteüs nog op dat alle leerlingen Hem in de steek laten en wegvluchten (Matteüs 26:56).
De kus van Judas, is dat nu een echte Judaskus? De kus van een verrader? Of is het een kus van een leerling die Jezus niet meer kan volgen? Die wel moet ingrijpen omdat het anders met Hem helemaal verkeerd afloopt, die Jezus wil beschermen tegen zichzelf. Die niet langer Jezus volgt, maar meent dat Jezus hem moet volgen. Gedachten waar hij steeds meer in verstrikt raakt.
Verplaats je even in alle personen in deze scène. Wat zien, horen, ruiken, voelen zij? Had jij hetzelfde gedaan als zij?