Dag 31 – Gods geliefde Zoon
Bijbeltekst(en)
Matteüs 17
‘Zes dagen later’, dat wil zeggen: zes dagen nadat Petrus Jezus vol overtuiging ‘Messias’ en ‘Zoon van de levende God’ genoemd had (en eeuwen nadat Jesaja zijn profetieën over de dienaar van de heer had uitgesproken). In de scène op de berg wordt die belijdenis voor zijn ogen werkelijkheid. Het groepje leerlingen vangt een glimp op van de toekomst waar ze zo vurig naar verlangen: de ‘dag van de Heer’, die volgens de joodse traditie ingeluid wordt door de verschijning van de grote profeten Mozes en Elia. Een toekomst waarin de beperkingen en de kwetsbaarheid van het leven op aarde plaatsmaken voor een heerlijkheid die nauwelijks te bevatten is.
Petrus’ reactie is maar al te menselijk. Door tenten te bouwen voor Jezus en zijn gesprekspartners wil hij deze toekomst stevig in het heden verankeren. Uiteindelijk moet het groepje toch weer van de berg af, door een dieper dal dan ze voor mogelijk hadden gehouden. Maar het beeld van Jezus in al zijn toekomstige heerlijkheid gaat met hen mee en bepaalt de richting waarin zij gaan.
Waarom zou Jezus de leerlingen verbieden om over hun ervaring te praten totdat Hij uit de dood is opgestaan?