Dag 35
Bijbeltekst(en)
Hebreeën 4
In Psalm 95 staat dat het ongehoorzame volk Gods ‘rust’ (het beloofde land) niet zal binnengaan. Is die goddelijke rust er dan eigenlijk wel? Jazeker, al sinds de schepping, waarna God rustte van al zijn werk. Maar de belofte van rust geldt ook nog na de intocht in het beloofde land. Want David dichtte lang na de intocht in Psalm 95 opnieuw over een ‘vandaag’, waarop je voor God moet kiezen om zijn rust binnen te gaan. Er wacht het volk van God dus nog steeds een sabbatsrust. De schrijver van Hebreeën wil zo zijn lezers aanmoedigen om alles op alles te zetten om die rust binnen te gaan. Het is niet gemakkelijk: de sabbat volgt na zes dagen inspanning.
Maar zorg dat iedereen meedoet: we moeten ‘ervoor waken dat iemand ook maar de schijn wekt achter te blijven’. De reis naar Gods nieuwe wereld is niet zonder risico, maar de beloning is groot.
Waardoor word jij gemotiveerd om bij het volk van God te blijven en op God te blijven vertrouwen?