Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Dag 25

Bijbeltekst(en)

18Een hooggeplaatst persoon vroeg hem: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 19Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed, behalve God. 20U kent de geboden: pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, leg geen vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 21De man zei: ‘Aan dat alles heb ik me sinds mijn jeugd gehouden.’ 22Toen Jezus dat hoorde, zei Hij: ‘Nog één ding ontbreekt u. Verkoop alles wat u hebt en verdeel de opbrengst onder de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg Mij!’ 23Toen de man dat hoorde, werd hij diepbedroefd. Hij was namelijk zeer rijk.

24Toen Jezus zag dat de man zo bedroefd werd, zei Hij: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan. 25Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ 26Daarop zeiden zijn toehoorders: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ 27Jezus zei: ‘Wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.’ 28Toen zei Petrus: ‘Maar wij hebben alles wat we bezaten achtergelaten om U te volgen.’ 29Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die huis of vrouw, broers of zussen, ouders of kinderen heeft achtergelaten omwille van het koninkrijk van God, 30zal reeds in deze tijd het veelvoudige ontvangen, en in de tijd die komt het eeuwige leven.’

Lucas 18:18-30NBV21Open in de Bijbel

De man met wie Jezus in gesprek is, is rijk. Hij heeft een goede baan, geniet aanzien en leidt een smetteloos leven (vers 21). Toch mist er iets. Of eigenlijk is het andersom: hij heeft te veel. Te veel rijkdom, te veel waaraan hij gehecht is. Hij heeft er zijn handen vol aan.

Jezus wijst de mensen erop dat wie het koninkrijk van God wil binnengaan, het beste met lege handen kan komen. Hoe meer je hebt, hoe meer je dus zult moeten loslaten: bezittingen, connecties, status, alles wat jou ervan weerhoudt om een leven te leiden dat volledig is gericht op God en zijn koninkrijk. Jezus’ toehoorders stellen een voor de hand liggende vraag: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ Jezus verzekert ons ervan dat wat voor mensen onmogelijk is, mogelijk is bij God. Dat heeft Hij door de eeuwen heen altijd weer laten zien; van Israëls tocht naar het beloofde land tot onze tocht naar Gods koninkrijk. Wie bereid is de vleespotten van Egypte achter te laten, krijgt er iets onvergelijkbaar mooiers voor terug.

Wat kun jij loslaten zodat je je meer op Gods koninkrijk kunt richten?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons