Dag 2
Bijbeltekst(en)
Exodus 3
Op een dag, als Mozes met zijn schapen rondzwerft door de woestijn, ziet hij iets vreemds: er staat een braamstruik in brand, maar de struik wordt niet door het vuur verteerd. Zoals vaker in de Bijbel is het vuur een teken van Gods aanwezigheid. God is in zijn heiligheid als een verterend vuur, maar tegelijkertijd is Hij een God die behoudt en beschermt.
God vertelt aan Mozes dat Hij zijn volk heeft gezien en gehoord (vers 7, 9): Het Hebreeuwse woord voor ‘zien’ betekent ook ‘omzien’ en het woord voor ‘horen’ ook ‘luisteren’. God ziet om naar zijn volk en luistert naar hun roep om hulp. Hij stuurt Mozes naar Egypte om de Israëlieten te bevrijden. Mozes is in eerste instantie niet enthousiast. Hij heeft niet veel vertrouwen in zichzelf. Maar God belooft hem: ‘Ik zal bij je zijn.’ Ook vertelt Hij zijn naam aan Mozes: JHWH, ‘Ik zal er zijn’. Deze God, die er altijd is, zal zijn volk beschermen en uit Egypte wegleiden.
Wanneer heb jij extra moed nodig? Hoe kan de naam waarmee God zich aan Mozes bekendmaakt je dan helpen?