Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Aswoensdag – Door de woestijn

Bijbeltekst(en)

Marcus 1

1Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God.

2Er staat geschreven bij de profeet Jesaja:

‘Let op, Ik zend mijn bode voor Je uit,

hij zal Je een weg banen.

3Een stem roept in de woestijn:

“Maak de weg van de Heer gereed,

maak recht zijn paden!”’

4En zo is het gebeurd toen Johannes ging dopen in de woestijn en de mensen opriep tot inkeer te komen en zich te laten dopen, om vergeving van zonden te krijgen. 5Alle inwoners van Judea en Jeruzalem stroomden toe en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, waarbij ze hun zonden beleden. 6Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. 7Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand die machtiger is dan ik; ik ben het zelfs niet waard om voor Hem te bukken en de riemen van zijn sandalen los te maken. 8Ik heb jullie gedoopt met water, maar Hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’

9In die tijd kwam ook Jezus daarheen, vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, en liet zich door Johannes dopen in de Jordaan. 10Op het moment dat Hij uit het water omhoogkwam, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, 11en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde.’

12Meteen daarna dreef de Geest Hem de woestijn in. 13Veertig dagen bleef Hij in de woestijn, waar Hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen dienden Hem.

Marcus 1:1-13NBV21Open in de Bijbel

Vandaag beginnen we te lezen in het evangelie van Marcus. Marcus begint zijn verhaal over Jezus in de woestijn. Waarom juist daar, op zo’n plek van dood en gemis? Het antwoord vind je in drie momenten uit de geschiedenis van Israël.

Allereerst het gevecht in de woestijn tussen Jezus en de duivel. Dat gevecht duurt veertig dagen. Dat doet denken aan de veertig jaar dat het volk door de woestijn moest trekken. Veertig jaar waarin een groep gevluchte slaven uiteindelijk Gods eigen volk wordt.

Dan de woestijn waarin Johannes preekt en mensen doopt in de Jordaan. Diezelfde rivier moest het volk Israël oversteken om het land Kanaän binnen te gaan. En ten slotte het citaat uit Jesaja. Hiermee begint weer een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van Israël. Na jaren van ballingscha komt God zelf naar hen toe, door de woestijn.

Drie keer woestijn, drie keer een nieuw begin. Drie keer een moment waarop mensen ervaren: God wil ons helpen, Hij is er voor ons. Voor Marcus is de woestijn het beste beeld voor de nieuwe wereld die met Jezus is begonnen.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons