Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

12 maart – Jezus is de messias

Bijbeltekst(en)

Marcus 8

Wie is Jezus?

27Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg Hij aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ 28Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat U een van de profeten bent.’ 29Toen vroeg Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Petrus antwoordde: ‘U bent de messias.’ 30Hij verbood hun uitdrukkelijk om met iemand hierover te spreken.

31Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten van het volk, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen zou worden, en dat Hij gedood zou worden, maar drie dagen later zou opstaan; 32Hij sprak hierover in alle openheid. Toen nam Petrus Hem apart en begon Hem fel terecht te wijzen. 33Maar Hij draaide zich om, keek zijn leerlingen aan en wees Petrus streng terecht met de woorden: ‘Ga terug, Satan, achter Mij! Jij denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat mensen willen.’

Marcus 8:27-33NBV21Open in de Bijbel

Jezus vraagt aan zijn leerlingen wie Hij is. En Petrus antwoordt dan: ‘U bent de messias.’ De titel ‘messias’ is heel bijzonder. In het Oude Testament kregen priesters en koningen deze titel. Het liet zien dat ze een bijzondere opdracht van God ontvangen hadden.

In de tijd van Jezus wachtten veel mensen op de nieuwe messias: die zou een einde maken aan de overheersing door de Romeinen, en Hij zou de nieuwe koning van Israël worden. Petrus denkt dat Jezus die nieuwe koning is. Direct daarna zegt Petrus dat Jezus beslist niet mag zeggen dat Hij binnenkort zal sterven. Petrus kan zich niet voorstellen dat de nieuwe koning moet lijden en sterven. Geloof en ongeloof liggen vlak bij elkaar. Iets dat je misschien ook wel bij jezelf herkent: het ene moment weet je iets helemaal zeker, een moment later twijfel je toch.

Wanneer had jij dat voor het laatst?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.2
Volg ons