Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Maandag 25 maart

Bijbeltekst(en)

31En tegen de Joden die in Hem geloofden zei Jezus: ‘Wanneer u blijft vasthouden aan wat Ik zeg, bent u werkelijk mijn leerlingen. 32U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’ 33Ze zeiden: ‘Wij zijn nakomelingen van Abraham en we zijn nooit iemands slaaf geweest – hoe kunt U dan zeggen dat wij bevrijd zullen worden?’ 34Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde. 35Een slaaf blijft niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft voor eeuwig. 36Wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.

37Ik weet wel dat u nakomelingen van Abraham bent. Toch wilt u Mij doden, omdat er in u geen ruimte is voor wat Ik zeg. 38Ik spreek over wat Ik gezien heb bij mijn Vader, u doet wat u gehoord hebt van uw vader.’ 39‘Onze vader is Abraham,’ zeiden ze. Maar Jezus zei: ‘Als u echt kinderen van Abraham bent, zou u moeten doen wat Abraham deed. 40Maar nee, u wilt Mij, iemand die u de waarheid heeft gezegd die Hij van God gehoord heeft, doden – zoiets heeft Abraham niet gedaan. 41Maar u doet inderdaad wat úw vader deed!’ Ze zeiden: ‘Wij zijn geen bastaardkinderen! We hebben maar één Vader: God.’ 42‘Als God uw Vader was,’ zei Jezus tegen hen, ‘zou u Mij liefhebben, want Ik ben bij God vandaan gekomen toen Ik hiernaartoe kwam. Ik ben niet namens mezelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden. 43Waarom begrijpt u niet wat Ik zeg? Omdat u mijn woorden niet kunt aanhoren. 44Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. 45Maar Mij gelooft u niet, want Ik spreek de waarheid. 46Kan een van u Mij van zonde beschuldigen? Als Ik de waarheid spreek, waarom gelooft u Me dan niet? 47Wie van God is, luistert naar de woorden van God. U luistert niet, omdat u niet van God bent.’

48De Joden riepen: ‘Zeggen we soms ten onrechte dat U een Samaritaan bent, en dat U bezeten bent?’ 49‘Ik ben niet bezeten,’ zei Jezus. ‘Ik eer mijn Vader, maar u eert Mij niet. 50Ik ben niet uit op eigen eer; iemand anders is uit op mijn eer en Hij zal oordelen. 51Werkelijk, Ik verzeker u, als iemand mijn woord bewaart zal hij de dood nooit zien.’ 52Toen zeiden de Joden: ‘Nu weten we zeker dat U bezeten bent! Abraham is gestorven, en de profeten ook, en U zegt: “Wie mijn woord bewaart zal de dood nooit ervaren”! 53Bent U soms meer dan onze vader Abraham, die gestorven is? Ook de profeten zijn gestorven. Wie denkt U wel dat U bent?’ 54Jezus antwoordde: ‘Wanneer Ik mezelf zou eren, zou mijn eer niets betekenen, maar het is de Vader die Mij eert, de Vader van wie u zegt dat Hij onze God is, 55hoewel u Hem niet kent. Ik ken Hem. Als Ik zou zeggen dat Ik Hem niet ken, zou Ik een leugenaar zijn, net als u. Maar Ik ken Hem wel, en Ik bewaar zijn woord. 56Abraham, uw vader, verheugde zich op de dag van mijn komst, en toen hij die zag schonk dat hem vreugde.’ 57De Joden zeiden: ‘U bent nog geen vijftig en U zou Abraham gezien hebben?’ 58‘Werkelijk, Ik verzeker u,’ antwoordde Jezus, ‘Ik ben van voor de tijd dat Abraham er was.’ 59Toen raapten ze stenen op om naar Hem te gooien. Maar Jezus wist onopgemerkt uit de tempel te ontkomen.

Johannes 8:31-59NBV21Open in de Bijbel

In de tekst van zaterdag voerde Jezus een discussie met de farizeeën die niet in hem geloven. Vandaag is Jezus in gesprek met Joden die wel in hem geloven. Maar zelfs deze mensen begrijpen hem niet helemaal. Ze vinden het onzin dat ze bevrijd zouden moeten worden. Volgens hen biedt Jezus een oplossing voor een probleem dat helemaal niet bestaat. In zijn reactie gebruikt Jezus harde woorden. Hij zegt dat ze geen echte kinderen van God zijn, en hij noemt hen zelfs ‘kinderen van de duivel’. In vers 37 vat hij samen wat hier, en op veel plaatsen in het Johannes-evangelie, het grootste probleem is: de mensen laten zijn boodschap niet toe in hun hart. Ze willen het liefst vasthouden aan hun eigen ideeën, vooroordelen en verwachtingen, en daarom is er geen ruimte voor de mogelijkheid dat de werkelijkheid veel groter zou kunnen zijn.

Waar denkt u aan bij het woord ‘bevrijding’?

Gebed

God, uw waarheid blijkt steeds weer anders te zijn dan we verwachten. Help me om ervoor open te staan. Help me om me erdoor te laten bevrijden. Amen.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons