Maandag 1 april
Bijbeltekst(en)
Johannes 11
Jezus doet in dit verhaal een van zijn grootste wonderen: hij maakt iemand levend die is gestorven. Nog een keer laat hij zo zien dat hij namens God, zijn Vader, gekomen is. Maar er wordt nog iets anders zichtbaar in dit gedeelte: de mens Jezus is ook kwetsbaar en erg verdrietig omdat iemand is gestorven van wie hij veel houdt. Hij ergert zich eraan dat de professionele klagers zo hard huilen en jammeren, en dat sommige mensen zulke ongepaste vragen stellen. En onderweg naar het graf begint hij te huilen. Uiteindelijk maakt Jezus Lazarus weer levend. Uit het slot van het verhaal blijkt dat dit zijn grootste, maar ook zijn laatste openbare wonder is. Dit wonder wijst niet alleen vooruit naar zijn eigen dood en opstanding, maar zorgt er ook voor dat de Joodse leiders plannen maken om hem te doden.
Aan wie denkt u als u leest over het verdriet van Jezus?
Opdracht
Maak een rouwboom om te denken aan mensen die gestorven zijn. Knip hartjes of andere vormen uit papier en schrijf daarop iets dat u aan die persoon of die personen doet denken. Dat kunnen woorden zijn, maar ook foto’s of plaatjes. Maak dan een gaatje in de bovenkant van de papiertjes en hang ze in een boom, in een bos bloemen, of plak ze op een vel papier. Neem zo even tijd om te denken aan uw geliefden die gestorven zijn.