Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

14/21 - Grensoverschrijdend gedrag

Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u Hém erom vragen en dan zou Hij u levend water geven.’ - Johannes 4:10

Bijbeltekst(en)

Johannes 4

Gesprek met een Samaritaanse vrouw

1Toen Jezus hoorde dat aan de farizeeën verteld werd dat Hij meer leerlingen maakte en er ook meer doopte dan Johannes 2– Jezus doopte overigens niet zelf, zijn leerlingen deden dat –, 3verliet Hij Judea en ging weer naar Galilea. 4Daarvoor moest Hij door Samaria heen. 5Zo kwam Hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, 6waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. 7Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef Mij wat te drinken.’ 8Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. 9De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt U, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ (Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om.) 10Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u Hém erom vragen en dan zou Hij u levend water geven.’

Johannes 4:1-10NBV21Open in de Bijbel

Jezus stond bekend om zijn grensoverschrijdende gedrag. Niet in de zin zoals die tegenwoordig vaak in het nieuws komt. Nee, Jezus overschreed vooral geografische en culturele grenzen.

In dit verhaal bevindt Hij zich in Samaria met een vrouw uit dit gebied. Ondanks alle culturele verschillen die hen scheiden en ondanks het feit dat een vrouw in die tijd niet zomaar met een onbekende man kan praten, bieden ze elkaar gastvrijheid. Allebei komen ze er met hun eigen ervaringen. Jezus neemt even afstand van de twistgesprekken met de farizeeën en de vrouw heeft haar eigen ingewikkelde verhaal. Ze hebben allebei dorst. Jezus toont zijn kwetsbaarheid aan de vrouw – Hij heeft haar hulp nodig – maar biedt haar ook iets aan, iets wat nog beter is dan het water dat Hij van haar vraagt.

Wat ons verhaal ook is, welke ervaringen we ook met ons mee torsen, we kunnen allemaal gastvrijheid bieden aan elkaar. We hebben allemaal iets te bieden. De houding die hiervoor nodig is, laten Jezus en de vrouw aan ons zien: nederigheid en kwetsbaarheid. Beide zijn nodig als we anderen willen toestaan ons te dienen zoals wij hen dienen.

Wat stel jij je voor bij het ‘levende water’ waarover Jezus hier spreekt? Hoe kun je dit met anderen delen?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.23.0
Volg ons