4/10 - Eeuwige macht
Bijbeltekst(en)
Daniël 2
Koning Nebukadnessar heeft gedroomd over een glanzend beeld van goud, zilver, brons, ijzer en leem. Het is een imposant beeld, zo imposant dat zelfs de grote Nebukadnessar er bang van wordt (vers 31). Toch blijkt het niet bestand tegen de inslag van een losgekomen steen die uiteindelijk zal uitgroeien tot een berg (vers 32-35). Die verschillende grondstoffen, zo legt Daniël uit, staan voor vier verschillende wereldrijken (vers 39-40). Ze lijken op zichzelf heel wat, maar ze zijn niet blijvend. Hoe machtig een koning ook is en hoe groot zijn paleis, het is allemaal maar tijdelijk en het kan zo verdwijnen door toedoen van een steen.
Die steen is echter wel heel bijzonder; hij staat voor het koninkrijk van God dat in de toekomst zal komen (vers 29, 45). Het begint klein, maar die ene steen is zo krachtig en brengt zo’n grote beweging op gang, dat hij niet te stuiten is. Er kunnen nog zoveel machten aan het werk zijn, nog zoveel leiders die allerlei rijkdom en schitterends beloven, maar uiteindelijk is er maar Eén wiens koninkrijk zal uitgroeien tot een berg die de hele aarde bedekt (vers 35). Dat is de God van Daniël, Jesaja, Micha en al die anderen over wie je in de Bijbel kunt lezen. Koningen en leiders komen en gaan, maar zijn macht is eeuwig. Daar kun je op bouwen.
Zie jij ook vandaag de dag voorbeelden van machten die maar tijdelijk zijn? Waarin verschillen zij van de God van Daniël?