Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

9 juni - Lucas 6:39-49

Bijbeltekst(en)

Lucas 6

39Hij sprak ook in gelijkenissen tegen hen: ‘Kan de ene blinde de andere blinde leiden? Vallen ze dan niet samen in een kuil? 40Een leerling staat niet boven zijn leermeester; pas als iemand zich alles heeft eigen gemaakt, zal hij de gelijke zijn van zijn leermeester.

41Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? 42Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,” terwijl je de balk in je eigen oog niet ziet? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen.

43Een goede boom brengt geen slechte vruchten voort, en evenmin brengt een slechte boom goede vruchten voort. 44Elke boom kun je aan zijn vruchten kennen, want van distels pluk je geen vijgen en van doornstruiken geen druiven. 45Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over.

46Waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen Mij, maar doen jullie niet wat Ik zeg? 47Ik zal jullie vertellen op wie degene lijkt die bij Me komt, naar mijn woorden luistert en ernaar handelt: 48hij lijkt op iemand die bij het bouwen van zijn huis een diep gat groef en het fundament op rotsgrond legde. Toen er een overstroming kwam, beukte het water tegen het huis, maar het stortte niet in omdat het degelijk gebouwd was. 49Wie wel naar mijn woorden luistert maar niet doet wat Ik zeg, lijkt op iemand die een huis bouwde zonder fundament, zodat het meteen instortte toen het water ertegen beukte en er alleen een bouwval overbleef.’

Lucas 6:39-49NBV21Open in de Bijbel

Jezus vertelt in dit gedeelte de ene vanzelfsprekendheid na de andere. Natuurlijk kan een blinde geen andere blinde leiden, en natuurlijk brengt een slechte boom geen goede vruchten voort. Ook de vergelijking over iemand die zijn huis bouwt op rotsgrond, klinkt logisch. Het fundament waarover Jezus spreekt, was een laag stenen die goed op elkaar aansloten maar niet dichtgemetseld waren. Op die manier kon een overvloed aan water wegsijpelen en schokken worden opgevangen. Alleen een erg onervaren of slordige bouwmeester zou deze stap overslaan. Juist de vanzelfsprekendheid onderstreept Jezus’ punt: naar zijn woorden luisteren en ernaar handelen moet voor zijn volgelingen net zo logisch zijn als het aanleggen van een fundament voor een bouwmeester.
Hoe vanzelfsprekend is dit voor jou?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons