Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

8 juli - Deuteronomium 19:1-10

Bijbeltekst(en)

Deuteronomium 19

Over zaken van leven en dood

1Wanneer de HEER, uw God, de volken in het land dat Hij u zal geven heeft uitgeroeid, en u hun land in bezit hebt genomen en in hun steden en hun huizen bent gaan wonen, 2dan moet u in dat land drie steden aanwijzen als vrijplaats. 3Stel de afmetingen vast van het gehele gebied dat u van de HEER, uw God, krijgt, en verdeel het land in drieën, zodat iedereen die iemand heeft gedood een plaats heeft waarheen hij kan uitwijken. 4Het recht om daarheen te vluchten en zo het eigen leven te redden is voorbehouden aan degene die per ongeluk iemand heeft gedood, zonder hem ooit te hebben gehaat. 5Iemand die bijvoorbeeld samen met een ander hout gaat hakken in het bos en zijn bijl zwaait om een boom te vellen, waarbij het blad van de steel schiet en de ander dodelijk treft, kan zijn leven redden als hij naar een van die steden kan uitwijken. 6Op die manier wordt voorkomen dat hij, omdat de afstand naar de vrijplaats te groot is, wordt ingehaald en gedood door de bloedwreker die hem belust op wraak achtervolgt; zo’n wraakneming zou ook niet terecht zijn, want hij had zijn slachtoffer nooit gehaat. 7Daarom draag ik u op drie steden aan te wijzen.

8En wanneer de HEER, uw God, uw grondgebied uitbreidt, zoals Hij uw voorouders onder ede heeft beloofd, en u heel het land geeft dat Hij hun heeft toegezegd 9– als u tenminste alle geboden die ik u vandaag geef strikt naleeft, de HEER, uw God, liefhebt en altijd de weg volgt die Hij wijst –, dan moet u nog drie andere steden aanwijzen. 10Dan hoeft er in het land dat de HEER u geeft geen onschuldig bloed te vloeien, en laadt u geen schuld op u.

Deuteronomium 19:1-10NBV21Open in de Bijbel

Als je een dierbare verliest door een ongeluk, is het heel menselijk om het iemand te willen aanrekenen. We willen graag dat de ander daarvoor gestraft wordt. In de tijd van de Bijbel nam de familie van het slachtoffer wraak door hem te doden. Maar God laat vrijplaatsen of vluchtsteden aanwijzen waar de dader heen kan vluchten. Hij haatte het slachtoffer immers niet (vers 6). Maar niet alleen voor de dader, ook voor de wraaknemer geeft de vrijplaats bescherming. Op deze manier kan hij niet uit haat iemand vermoorden en daarmee voorkomt God dat het hele volk schuldig is aan de moord op een onschuldige (vers 10).
Hoe ga jij om met wraakgevoelens?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons