6 mei - Johannes 10:31-42
Bijbeltekst(en)
Johannes 10
Je voelt de dreiging en spanning als je deze tekst leest. De mensen staan met stenen in de aanslag om Jezus te doden. Er is verwarring over wie Hij is. Hij doet wonderen en andere goede dingen, maar zegt dingen die voor wie het niet gelooft godslasterlijk zijn. Geen mens is gelijk aan God, dus hoe kan Jezus dat nou beweren? Ondanks of misschien wel vanwege Jezus’ uitleg proberen de mensen Hem te grijpen.
Probeer je eens voor te stellen hoe de leerlingen zich gevoeld moeten hebben in deze spanning. Wat zou jij hebben gedaan, geloofd of gezegd?