1Broeders en zusters, wanneer u merkt dat een van u een misstap heeft begaan moet u, die door de Geest geleid wordt, hem zachtmoedig weer op het rechte pad brengen. Pas op dat u ook zelf niet tot misstappen wordt verleid. 2Draag elkaars lasten, zo brengt u de wet van Christus tot vervulling. 3Wie denkt dat hij iets is terwijl hij niets is, bedriegt zichzelf. 4Laat iedereen zijn eigen daden toetsen, dan heeft hij misschien iets om trots op te zijn, zonder zich er bij anderen op te laten voorstaan. 5Want ieder mens draagt zijn eigen verantwoordelijkheid.
6Wie onderwezen wordt in het evangelie, moet al het goede dat hij bezit met zijn leermeester delen. 7Vergis u niet, God laat niet met zich spotten: wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. 8Wie zaait op de akker van zijn aardse natuur, zal verderf oogsten, maar wie zaait op de akker van de Geest, oogst eeuwig leven. 9Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. 10Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten.