11Gods genade is openbaar geworden om alle mensen te redden. 12Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven, 13in afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van onze grote God en redder Jezus Christus.14Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen, ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat zich volledig inzet om het goede te doen. 15Gebruik je gezag om dit te verkondigen, moedig aan en wijs terecht. Laat niemand op je neerkijken.
Titus 3
1Herinner allen eraan dat ze overheid en gezag moeten erkennen en gehoorzaam moeten zijn, bereid om altijd het goede te doen, 2dat ze van niemand mogen kwaadspreken, vredelievend en vriendelijk moeten zijn en zich tegenover alle mensen steeds zachtmoedig moeten gedragen. 3Ook wij waren eens onverstandig, ongehoorzaam, op de verkeerde weg, slaaf van allerlei begeerten en lusten. Ons leven stond in het teken van boosaardigheid en afgunst, we verafschuwden en haatten elkaar. 4Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, openbaar geworden 5en heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest, 6die Hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten. 7Zo zijn wij door zijn genade rechtvaardig verklaard en krijgen we deel aan het eeuwige leven waarop onze hoop gericht is.