6 augustus - Kolossenzen 3:18-4:6
Bijbeltekst(en)
Kolossenzen 3
Kolossenzen 4
Paulus sluit zijn brieven vaak af met nog wat praktische aanbevelingen. Hier gaat hij in op de vraag wat het geloof in Jezus betekent voor de gezinnen in de gemeente. Gezinnen bestonden niet alleen uit vaders, moeders en kinderen, maar vaak ook uit slaven. Je had in zo’n gezin allerlei hiërarchische verhoudingen waarin mensen met elkaar samenleefden. Hoe ga je daar op een goede manier mee om? Paulus grijpt hiervoor terug naar onze verhouding tot Jezus, de meester in de hemel. ‘Wat u ook doet, doe het van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen … uw meester is Christus!’
Hoe verandert je werk, studie of leven als je het voor Christus doet?