Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

5 september - Deuteronomium 29:15-28

Bijbeltekst(en)

Deuteronomium 29

15U herinnert u de tijd dat we in Egypte woonden en hoe we daarna door het gebied van andere volken trokken. 16U hebt toen kennisgemaakt met de gruwelijke afgodsbeelden van hout, steen, zilver en goud die zij erop na hielden. 17Mogelijk is er hier een man of vrouw, of zelfs een familie of stam, die op dit moment liever de HEER, onze God, zou willen verlaten om de goden van die volken te gaan vereren; mogelijk sluimert er zo’n giftige kiem in ons midden. 18Mocht zo iemand bij het horen van de vervloekingen menen: Als ik mijn eigen koppige hart volg zal het me evengoed voor de wind gaan, en zichzelf daarmee geruststellen, dan zet hij alles wat hij is en heeft op het spel. 19Want de HEER zal het hem niet willen vergeven; de HEER zal zijn gekrenkte liefde wreken en al zijn woede tegen hem laten losbarsten. Alle vervloekingen die in dit boek beschreven zijn zullen hem treffen, en de HEER zal zijn naam onder de hemel uitwissen. 20De HEER zal hem afzonderen van de stammen van Israël en hem voor het ongeluk bestemmen overeenkomstig de vervloekingen van het verbond dat in dit wetboek is opgetekend.

21Wanneer de komende generaties, zowel uw eigen nakomelingen als buitenlanders uit verre streken, zien hoe uw land te lijden heeft en met welke plagen de HEER het heeft getroffen 22– heel de bodem door zwavel en zout vergiftigd, zodat zaaien geen zin meer heeft en er helemaal niets meer wil groeien, net zoals toen de HEER in zijn grote woede Sodom en Gomorra, Adma en Seboïm weggevaagd had –, 23dan zal bij hen de vraag rijzen, net als bij ieder volk: “Waarom behandelt de HEER dit land zo? Waarom is zijn toorn zo hevig opgelaaid?” 24Dit zal het antwoord zijn: “Zij hebben het verbond geschonden dat de HEER, de God van hun voorouders, met hen sloot toen Hij hen wegleidde uit Egypte; 25ze zijn andere goden gaan vereren en hebben neergeknield voor goden die ze nog niet kenden en die de HEER niet voor hen had bestemd. 26Dat is de reden waarom de HEER in woede tegen dit land is uitgebarsten en alle vervloekingen die in dit boek beschreven staan over hen heeft uitgestort. 27Zo kwaad, zo woedend, zo razend was de HEER dat Hij hen van hun eigen grond heeft gerukt en naar een ander land heeft weggeslingerd. Zover is het nu gekomen.”

28Wat verborgen is, behoort de HEER, onze God, toe; wat openbaar is, komt ons toe. Wij en onze kinderen dienen ons altijd te richten naar alle bepalingen van deze wet.

Deuteronomium 29:15-28NBV21Open in de Bijbel

Wat klinkt deze tekst streng! De mensen weten al van de zegen en de vloek die bij het verbond horen. Die kon je naast je neerleggen, tot nu. ‘Mogelijk is er hier een man of een vrouw…’ (vers 17). Als je dacht ermee weg te komen, dan kun je dat nu wel vergeten: ‘Mocht je menen dat…’
God heeft zich totaal verbonden met dit volk: Ik zal jullie God zijn. Het is liefde die God drijft om zo goed voor dit volk te zorgen. Maar als die liefde gekrenkt wordt… (vers 19). Het lijkt op wat de schrijver van Hooglied zegt: ‘Sterk als de dood is de liefde’ en ‘De liefde is een vlammend vuur’ (Spreuken 8:6).
Hoe kunnen we voorkomen dat liefde zich van zo’n bedreigende kant laat zien?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons