5 september - Deuteronomium 29:15-28
Bijbeltekst(en)
Deuteronomium 29
Wat klinkt deze tekst streng! De mensen weten al van de zegen en de vloek die bij het verbond horen. Die kon je naast je neerleggen, tot nu. ‘Mogelijk is er hier een man of een vrouw…’ (vers 17). Als je dacht ermee weg te komen, dan kun je dat nu wel vergeten: ‘Mocht je menen dat…’
God heeft zich totaal verbonden met dit volk: Ik zal jullie God zijn. Het is liefde die God drijft om zo goed voor dit volk te zorgen. Maar als die liefde gekrenkt wordt… (vers 19). Het lijkt op wat de schrijver van Hooglied zegt: ‘Sterk als de dood is de liefde’ en ‘De liefde is een vlammend vuur’ (Spreuken 8:6).
Hoe kunnen we voorkomen dat liefde zich van zo’n bedreigende kant laat zien?