Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

25 april - Psalm 102:19-29

Bijbeltekst(en)

Psalmen 102

19Laat dit voor het nageslacht worden opgeschreven,

dan zal een herboren volk de HEER loven

20als de HEER heeft neergezien van zijn heilige hoogte,

zich vanuit de hemel naar de aarde heeft neergebogen

21om het zuchten van gevangenen te horen,

om vrij te laten wie de dood nabij zijn.

22Dan wordt in Sion de naam van de HEER geprezen,

zijn lof gezongen in Jeruzalem

23als volken en koninkrijken bijeenkomen

om de HEER te aanbidden.

24Hij heeft halverwege mijn kracht gebroken,

Hij heeft mijn levensdagen verkort.

25Ik smeek: Mijn God,

neem mij niet midden in het leven weg,

uw jaren duren van geslacht op geslacht.

26Vóór alle tijden hebt U de aarde gegrondvest,

de hemel is het werk van uw handen.

27Zij zullen vergaan, maar U houdt stand,

zij zullen als kleren verslijten,

U verwisselt ze als een gewaad en zij verdwijnen,

28maar U blijft dezelfde, uw jaren nemen geen einde.

29De kinderen van uw dienaren zullen veilig wonen,

ook op hun nageslacht rust uw oog.

Psalmen 102:19-29NBV21Open in de Bijbel

Al zijn ellende heeft de dichter uitgestort bij God. Maar niet alleen hij, het hele volk heeft het moeilijk. De stad Jeruzalem is verwoest (zie vers 15) en de mensen zijn weggevoerd in ballingschap (vers 21). Maar het volk leeft in de hoop dat de ruïnes van de stad weer hersteld zullen worden. De mensen weten dat God weer genade en vergeving zal schenken (vers 14). En dat vertrouwen waarmee de mensen leven, geeft de dichter zelf ook weer moed: om voor zichzelf om redding te bidden. Hij bidt tot God: ‘Neem mij niet midden in het leven weg’ (vers 25). Die mooie toekomst, waar het volk op hoopt, wil hij zelf nog meemaken.
Wanneer hebben andere mensen jou geholpen om weer hoop en vertrouwen te krijgen?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons