Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

22 februari - Lucas 6:27-38

Bijbeltekst(en)

Lucas 6

27Tegen jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, 28zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. 29Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt ook je onderkleed niet. 30Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je afneemt. 31Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen. 32Is het een verdienste als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben. 33En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. 34En is het een verdienste als je geld leent aan degenen van wie jullie iets terug verwachten? Ook zondaars lenen geld aan zondaars in de verwachting alles terug te krijgen. 35Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook Hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is.

36Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is. 37Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. 38Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.’

Lucas 6:27-38NBV21Open in de Bijbel

In de discussies over de sabbat (Lucas 6:1-11) legden de farizeeën de nadruk op wat je niet mag. Jezus kiest hier voor een heel andere benadering: hij moedigt zijn volgelingen niet aan om het slechte te laten, maar om het goede te doen. Vaak zijn dat dingen waarvoor we uit onze comfort zone moeten stappen. Het maakt nogal uit of je afziet van wraak als iemand jou kwaad doet, of dat je die persoon liefhebt, voor hem of haar bidt, en actief op zoek gaat naar manieren om iets goeds voor hen te doen.
Welke opdracht van Jezus in dit stukje vind je het meest uitdagend? Hoe kun je toch een eerste stap zetten om die in de praktijk te brengen?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons