Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

17 mei - Handelingen 16:35-40

Bijbeltekst(en)

Handelingen 16

35Bij het aanbreken van de dag zonden de stadsbestuurders enkele gerechtsdienaars naar de gevangenis met de opdracht om Paulus en Silas vrij te laten. 36De gevangenbewaarder stelde Paulus daarvan op de hoogte: ‘Het stadsbestuur heeft mensen gestuurd om u vrij te laten. U mag dus vertrekken. Ga in vrede!’ 37Maar Paulus zei tegen de gerechtsdienaars: ‘Ze hebben ons zonder vorm van proces in het openbaar stokslagen laten geven, hoewel we Romeins staatsburger zijn. Daarna hebben ze ons in de gevangenis opgesloten, en nu willen ze ons heimelijk laten gaan? Geen sprake van! Laat ze zelf maar komen om ons vrij te laten!’ 38De gerechtsdienaars brachten deze woorden over aan de stadsbestuurders, wie de schrik om het hart sloeg toen ze hoorden dat Paulus en Silas Romeinse burgers waren. 39Dus gingen ze zelf naar de gevangenis, spraken op vriendelijke toon tegen hen en lieten hen vrij met het verzoek uit de stad te vertrekken. 40Paulus en Silas verlieten de gevangenis en gingen naar het huis van Lydia, waar ze de gelovigen aantroffen. Na hen bemoedigend te hebben toegesproken, vertrokken ze.

Handelingen 16:35-40NBV21Open in de Bijbel

Paulus en Silas zijn Joden, maar ook Romeinse staatsburgers. En als Romeins burger mocht je niet gestraft worden met stok- of zweepslagen, en had je altijd recht op een eerlijk proces.
De leiders komen erachter dat ze een grote fout hebben gemaakt door Paulus en Silas op gewelddadige wijze gevangen te nemen. Met vleierij proberen ze het op te lossen.
Het valt op dat Paulus en Silas nu pas aangeven dat ze Romeins staatsburger zijn. Als ze dat eerder hadden gezegd, hadden ze de stokslagen kunnen voorkomen. Toch doen ze dit niet. Waarom? Daarover zegt de tekst niets. Volgens goed Joods gebruik mag je er dan zelf over nadenken wat dit betekent.
Wat denk jij: Waarom houden Paulus en Silas deze informatie zo lang voor zich?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons