23Toen Jezus op het pesachfeest in Jeruzalem was, kwamen velen tot geloof in zijn naam, omdat ze de tekenen zagen die Hij verrichtte. 24Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat Hij hen allemaal kende. 25Niemand hoefde Hem iets te vertellen over de mensen, want Hij wist wat er in een mens omgaat.
Johannes 3
1Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. 2Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de tekenen verrichten die U verricht.’ 3Jezus zei: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ 4‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot in gaan en weer geboren worden?’ 5Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, niemand kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest. 6Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. 7Wees niet verbaasd dat Ik zei dat jullie opnieuw geboren moeten worden. 8De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’ 9‘Maar hoe kan dat?’ vroeg Nikodemus. 10‘Begrijpt u dit niet,’ zei Jezus, ‘terwijl u een leraar van Israël bent? 11Werkelijk, Ik verzeker u, wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet. 12Wanneer jullie Me niet geloven als Ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie Me dan geloven als Ik over hemelse dingen spreek? 13Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon?