Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

14 november - Lucas 20:9-19

Bijbeltekst(en)

Lucas 20

9Hij vertelde de menigte de volgende gelijkenis: ‘Een man legde een wijngaard aan en verpachtte die aan wijnbouwers, waarna hij voor geruime tijd op reis ging. 10Toen de oogsttijd was gekomen, stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om zijn deel van de opbrengst in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers mishandelden hem en stuurden hem met lege handen weg. 11Daarna stuurde hij een andere knecht. Ook die werd afgeranseld, en nadat ze hem hadden vernederd stuurden ze ook hem met lege handen weg. 12De eigenaar stuurde toen een derde knecht, maar ook die werd afgetuigd en de wijngaard uit gegooid. 13Toen zei de eigenaar van de wijngaard: “Wat moet ik doen? Ik zal mijn geliefde zoon naar hen toe sturen, voor hem zullen ze toch wel ontzag hebben.” 14Toen de wijnbouwers hem zagen, overlegden ze met elkaar: “Dat is de erfgenaam! Laten we hem doden, dan is de erfenis voor ons.” 15En ze gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem. Wat zal de eigenaar van de wijngaard nu met hen doen? 16Hij komt zelf, hij doodt de wijnbouwers en geeft de wijngaard aan anderen.’ Toen de mensen dit hoorden, zeiden ze: ‘Dat nooit!’ 17Maar Hij keek hen aan en vroeg: ‘Wat betekent dan wat er geschreven staat: “De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden”? 18Iedereen die over die steen struikelt, valt te pletter, en degene op wie die steen valt, wordt vermorzeld.’ 19De schriftgeleerden en hogepriesters, die begrepen dat Jezus deze gelijkenis met het oog op hen verteld had, wilden Hem op dat moment laten grijpen, maar ze waren bang voor de reactie van het volk.

Lucas 20:9-19NBV21Open in de Bijbel

Jezus geeft niet direct antwoord op de vraag van de schriftgeleerden over zijn bevoegdheid. In plaats daarvan vertelt hij een gelijkenis. Het is een gelijkenis die duidelijk genoeg is voor de priesters en wetsleraren; zij begrijpen meteen dat zij de boeren zijn die de profeten en Jezus zelf hebben geslagen, uitgescholden en uiteindelijk ook zullen doden. Opvallend genoeg komen ze niet tot inkeer, maar willen ze Jezus het liefst direct gevangennemen. Ze wachten alleen nog af, want hij is populair onder het volk.
Stel dat je in het publiek stond en de schriftgeleerden vroegen je wat ze moeten doen: wat zou je tegen hen gezegd hebben?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons